Ben je een authentiek persoon? Dat is geen gemakkelijke vraag. Zeker als de vraagsteller na je eerste antwoord hardnekkig blijft zwijgen. Het overkomt tien jonge mensen die voor een korte documentaire van Brandstof werden geïnterviewd. ( te bekijken op internet: http://www.youtube.com/watch?v=BF_Ja7-ujqs ) De mannen en vrouwen zitten netjes en mooi opgemaakt in een professionele studio klaar, met een spotlight op hun gezicht. Ze zijn gekomen voor een interview. Maar na de openingsvraag zwijgt de interviewer in alle toonaarden. Wat doen ze? En wat zegt hun reactie over hoe authentiek ze zijn?
Gemaakt
De reactie zijn in grofweg drie categorieën in te delen. Een paar geïnterviewden antwoordt stellig ‘ja‘ op de vraag, maar brengt vervolgens geen woord meer uit. Een tweede groep beantwoordt de vraag ook bevestigend, en komt meteen met een toelichting. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Want ik vind bepaalde dingen goed en normaal, en daar blijf ik bij”, “ik ben eigenwijs”, “ik reageer zoals ik vind dat ik moet reageren”, “ ik probeer niets geforceerd te doen”, “ïk ben die ik ben”, of ik speel geen rol”.
Ten slotte zijn er een paar die zichzelf niet authentiek vinden. Bob, bijvoorbeeld, proeft eerst het antwoord authentiek’, en zegt dan “nee”. Hij is daarvoor, licht hij toe, veel te veel aan het nadenken over wat hij doet en hoe hij op anderen overkomt. Eigenlijk is hij best wel een ‘gemaakt persoon’ concludeert hij. Maar daar ligt hij niet wakker van.
Interessant is de manier waarop de geïnterviewden omgaan met de stilte die daarna valt. Sommigen lachen ongemakkelijk, anderen kijken juist rustig voor zich uit. Sven neuriet een liedje, kijkt rond en maakt een opmerking over de studio. Anderen zoeken contact met de interviewer. “Er komt nu niets meer, hoor”, zegt Fenna. “Ik kan heel lang mensen aanstaren hoor”, zegt Claire. “Dit is wel een heel raar interview zo, zonder vragen”, zegt Nico lachend.
Gemaakt
Wie is het meest authentiek? Is het iemand die zegt dat hij in de omgang met anderen ‘doet wat hij vindt dat goed is’, zonder zich iets van anderen aan te trekken? Of moeten we vooral kijken naar wat de geïnterviewden doen? Wie is er het meeste op zijn gemak als de interviewer een oncomfortabel situatie creëert? Het is opvallend dat enkele jongeren zich maar moeilijk een houding weten te geven – terwijl ze zichzelf wel authentiek vonden. En Bob, die zichzelf niet zo authentiek vindt, wordt door de stilte juist niet van zijn stuk gebracht.
Het contrast tussen woorden en daden maakt duidelijk dat authenticiteit te maken heeft met de moed om onder sociale druk trouw te blijven aan het beeld dat je van jezelf hebt. De weinig authentieke types laten hun reactie afhangen van de verwachtingen van anderen. Als er geen verwachting blijkt te zijn, zoals bij de stilte in het interview, weten ze niet meer wat ze moeten doen. Maar komt authenticiteit dan meer neer op ’je helemaal niets van een ander aantrekken’? Hoe wenselijk is dat? En: kun je zonder anderen wel jezelf zijn?
Juist in het feit dat de meerderheid van de geïnterviewde jongeren aangeeft authentiek te zijn, illustreert hoeveel belang er aan wordt gehecht. Precies daardoor relativeert authenticiteit zichzelf. Paradoxaal genoeg onderwerpen authentieke mensen, die trouw willen zijn aan zichzelf, zich aan een breed gedragen sociaal ideaal.
Wouter Sanderse
Oud-scholar, lector beroepsethiek aan de Fontys lerarenopleiding Tilburg
(Stichting Thomas More Nieuwsbrief nr 96 / September 2013)