De ruimte van de stilte

Hoe zal ons hart zuiver worden?

Door ons onvoorwaardelijk solidair met de werkelijkheid op te stellen, tegen de altijd aanwezige bekoring in, om het eigen ego veilig te stellen.

Maar ook door opnieuw te leren wat stilte is. In onze lawaaierige wereld is stilte een zeldzaam gegeven. Ook in eigen geest en hart: de zorgen, de stress, de angst en zoveel meer bedrukt ons en belet ons het derde oog aan bod te laten komen. Het komt er dus op aan de stilte te leren ingaan, de stilte die niet de afwezigheid van woorden is, maar die er vóór de woorden is.

Uit ervaring weten we dat alleen uit de stilte zinvolle, ‘voldragen’ woorden komen die leven scheppen. In de stilte rijpen inzichten, wijsheid, jaren lang, een leven lang. En doorheen generaties en eeuwen waar het om collectieve wijsheid gaat, zoals in de religies en levensbeschouwingen van de mensheid. De stilte is de matrix, de baarmoeder van de woorden, aldus Panikkar. In de stilte van de meditatie, van het gebed, dringen ‘de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst’ van de mensheid tot ons door, het ‘stil geschreeuw’ waarin Dorothée Sölle Gods stem hoort. ( Zie SÖLLE D., Mystiek en verzet. ‘Gij stil geschreeuw’, Baarn, Ten Have, 1998.)

Anderzijds heeft de rijkdom van de stilte woorden nodig om zich te openbaren. Stilte zonder woorden blijft verborgen, onvruchtbaar en zonder relatie of zin. Maar woorden die los van de stilte uitgesproken worden, blijven oppervlakkig en leeg. De stilte is de noodzakelijke ruimte waaruit woorden-ten-leven kunnen oprijzen. En na de woorden, als alles gezegd en gedaan is, komt opnieuw de stilte.

Zo bij het officie van de monniken: vanuit de stilte zingen zij de psalmen, en daarna blijven zij opnieuw een tijdlang in stilte. Zo ook in de liefde: uit de stilte van liefdevolle ‘aanwezigheid’ groeien woorden en handelingen van tederheid, troost en bemoediging, en daarna blijven de geliefden of vrienden opnieuw in stille nabijheid bij elkaar.

Daar ligt ook een sleutel tot de nieuwe onschuld, ja tot het echte leven. Te lang heeft het westerse denken de kennis – in alle dimensies – los van de liefde nagestreefd. Kennis zonder liefde wordt hard, koud, zelfingenomen en neigt tot geweld, zoals de geschiedenis van Europa ten overvloede illustreert.

Liefde zonder kennis wordt gemakkelijk sentimenteel, zwak en ondermijnt elke zin voor kritiek en vernieuwing. Om kennis en liefde samen te houden is echter de nieuwe onschuld nodig, die ruimte van vrijheid waarbinnen de stilte ons toelaat de hele werkelijkheid met helderheid van geest én mededogen tegemoet te gaan.

( Raimon Panikkar (1918-2010), geboren (Barcelona) uit een Spaanse katholieke moeder en een Indische hindoe vader. Sinds zijn emeritaat in 1983 woonde hij als een monnik op de rand van een klein Catalaans dorp, Tavertet.

Een veel geciteerde uitspraak van R.Panikkar drukt goed uit hoe hij de ontmoeting en beleving van verschillende religies in zijn persoon ervaart : ‘Ik ben als christen “vertrokken”, heb mij als hindoe “bevonden”, ben als boeddhist “teruggekomen” zonder ooit opgehouden te hebben christen te zijn; en bij mijn “terugkomst” heb ik ontdekt dat ik een beter christen geworden was.’)

Volgende wekelijkse inspiratie: Maandag 10 februari 2014.