Wanneer is een leven voltooid? Een hoge leeftijd met gepaard gaande gebreken, de collectieve angst voor het verlies van onze vermogens en een keten van verlieservaringen kunnen het verlangen naar de dood oproepen. Niet omdat de dood gewenst is, maar omdat het leven te zwaar is geworden – ‘oud en der dagen zat’. Oudere mensen worden geconfronteerd met fysieke, geestelijke en sociale ontluistering die hun eigenwaarde zo aantasten dat zij soms verlost willen worden van het leven.
Eenzaamheid, gemis aan aandacht, er niet meer toe doen, geestelijke en lichamelijke vermoeidheid en toenemende afhankelijkheid zijn slechts enkele aspecten die opdoemen aan de horizon van de ouderdom.
Op 11 februari jl. was Els van Wijngaarden door de Metgezel in Zingeving werkgroepje ” Levenskunst voor wie goed oud wil worden” uitgenodigd voor een lezing in het gemeentehuis van Oisterwijk. Dit naar aanleiding van haar recent verschenen boek ‘Voltooid Leven, over leven en willen sterven’. Wat een mooie opkomst.. de raadszaal was vol en geen enkele stoel bleef onbezet.
Els is als docent en onderzoeker verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht waar ze gepromoveerd is op ‘de ervaringswereld van het voltooide leven’. Hoe verhoudt zich het voltooide leven versus het van nature krachtige levensbeginsel? In deze tijd wordt de roep om zelfbeschikking luider. Voltooid leven gaat over zingeving – of juist het gebrek daaraan.
Waarom komen mensen tot de afweging dat hun leven voltooid is en is de dood dan de enige en juiste oplossing? Els heeft tijdens haar onderzoek vaak lange gesprekken met de ouderen gevoerd en daaruit kwam naar voren dat het vaak betrokken en geëngageerde mensen waren die graag een bijdrage leveren aan de maatschappij. Een van de kernvragen aan de mensen was: Hoe voelt u nu dat u niet meer verder wilt leven, dat uw leven ‘voltooid’ is? Hoe is het om te leven met zo’n sterke doodswens en hoe is het om te leven tussen het voornemen en het daadwerkelijk doen?
Er volgen dan verhalen over piekeren en nachten lang wakker liggen. Over het lijden onder bijvoorbeeld obstipatie, incontinentie, de toenemende afhankelijkheid. De dag gaat tergend langzaam voorbij, de klok lijkt stil te staan en er zijn weinig sprankelende momenten meer.
In feite gaat het om een wirwar van onvermogen en onwil om nog langer verbinding te kunnen maken met het leven en de wereld om hen heen, of met zichzelf en het eigen lichaam. Een diep gevoel van existentiële eenzaamheid doet zich voor, ‘ik kan niets meer toevoegen, niemand zit op mij te wachten en ik ben alleen nog maar tot last’. Het steeds verder in moeten leveren van kwaliteit van leven door de beperkingen die de leeftijd met zich meebrengt. ‘Ik ging zo graag wandelen maar ik kan dat niet meer’. Er is een diepe geestelijke en lichamelijke moeheid ontstaan die de dagen saai en slepend aaneenrijgen. Schaamte voor de aftakeling, angst voor het verzorgingstehuis. Men is de regie over het eigen leven kwijt en dat geeft bij sommigen een diepgaande vervreemding op alle facetten van het leven.
Els geeft aan dat de term ‘Voltooid leven’ veel te rooskleurig is. In feite zit er immers een rauwe werkelijkheid achter deze uitspraak. Het is de tragiek van worstelende mensen die lijden aan het leven, maar ook ergens toch nog wel verlangen naar een beter leven.
In de lezing van Els kwam o.a. ook het belang van innerlijke ruimte aan de orde. Hiermee wordt gedoeld op een gemoedstoestand waarin iemand zich in rust en vrijheid kan verhouden tot de emoties en gevoelens die worden opgeroepen door de situatie. Dat dit niet eenvoudig is blijkt uit de spagaat waarin ouderen komen als ze leven in de fase tussen het voornemen van een zelfgekozen dood en het moment waarop je al dan niet daadwerkelijk voor zo’n einde kiest. Het is niet eenduidig maar ambivalent waarbij mensen heen en weer geslingerd worden tussen tegenpolen in zichzelf.
Hoe dan waardig naar je einde toeleven? Antwoorden daarop zijn niet eenvoudig vorm te geven. De vraag of de eenzijdigheid van het zelfbeschikkingsrecht dé oplossing is, moet echter ook gesteld blijven worden. Waardigheid overstijgt immers het individu en is nooit op zichzelf terug te plooien maar wordt juist ervaren in relaties met anderen. Dit geeft aan dat waardig ouder worden een gezamenlijke uitdaging en verantwoordelijkheid is die generaties met elkaar verbindt. Is dat ook niet wat we kwijt zijn geraakt in onze westerse samenleving?
De verhalen van ouderen die spreken over een voltooid leven kunnen daarmee ook gezien worden als een aanklacht tegen de maatschappij. Waarom kunnen ouderen niet meer participeren? Waarom worden zij zo vaak buiten spel gezet en worden niet meer gezien in wat ze wel kunnen, hoe minimaal misschien ook. Een kleine bijdrage kan voor hen van grote betekenis zijn – maar hen achter de geraniums laten zitten is wél makkelijker. Daar waar de warmte, medemenselijkheid en barmhartigheid terrein hebben verloren, is het zelfbeschikkingsrecht eenzijdig centraal komen te staan.
Oude mensen hebben hun eigen ‘luister’. Ontluistering is een genormeerde uitdrukking voor een oppervlakkig kijken naar de ware waardigheid van het menszijn. Herwaardering van de ouderdom, van de schoonheid van verrimpelde handen, van een broze uitstraling en aanvaarding van beperkingen door ziektes en ouderdom blijft een leerschool. Is het niet een intergenerationele verantwoordelijkheid om te kijken naar onze cultuur – hoe het komt dat ouderen geen functie meer hebben en aan de zijlijn van de maatschappij geparkeerd worden? Moeten we de schrikbeelden van verpleegtehuizen niet eens serieus gaan nemen en kunnen we niet kijken naar welke mogelijkheden tot participatie er nog wel zijn? Maar ook de levenskunst van de aanvaarding cultiveren in plaats van het oplossen van het leven door de dood? Het onder ogen zien van de situatie en het leren bespreekbaar maken is belangrijk. Begrijpen we ze wel – verstaan we hun taal en voelen zij zich werkelijk gehoord? Hebben we werkelijk oog voor het diepe leed dat deze mensen doormaken van waaruit een doodswens kan ontspruiten?
Laten we het gesprek nog eens voeren waarbij we de ambivalentie serieus nemen en ook durven dulden voordat we via regelgeving in een glijdende schaal uitkomen. Het leven is kostbaar en het sublieme geheim van de oudere persoon blijft overeind…
In vijf kleinere zaaltjes werden met behulp van gerichte vragen opgesteld door Els onder de aanwezige deelnemers een rijk en vruchtbaar dialooggesprekken gevoerd naar aanleiding van haar lezing. Els kwam in elke zaaltje inlevend meeluisteren waarbij zij nadien in plenum de resultaten van de gesprekken overbracht naar de aanwezige. Het was een zeer geslaagde ontmoeting.
Met DANK aan:
Gemeentebestuur Oisterwijk
GGZ Breburg/Indigo Tilburg
KBO Oisterwijk
Seniorenvereniging 50 + Moergestel
en Albert Hein Oisterwijk
Jan en Karin ( Metgezel in Zingeving)