17e Zondag (B-jaar 26 juli 2015) Homilie op Johannes 6,1-15

Bij de synoptiekers zijn het de leerlingen die Jezus’ aandacht vestigen op de hongerende menigte. Hier neemt Jezus zelf het voortouw, en hoewel “hij zelf wel wist wat hij zou doen“ (Jo 6,6), richt hij zich tot Filippus met de vraag : “Waar zullen we brood halen om al die mensen te eten te geven ?” (Jo 6,5). Filippus was immers van Bethsaïda (Jo 1,44), en kende dus de streek en de mogelijkheden om er brood te vinden. Vervolgens is het Jezus zelf die de menigte beveelt te gaan zitten, en die het initiatief behoudt om zelf de broden uit te delen. Jezus ook heeft door “dat ze Hem met alle geweld gingen meenemen en tot koning uitroepen” (Jo 6,15), en hij trekt zich, geheel alleen, in het gebergte terug.

Opvallend ook dat Johannes het verhaal belicht met de Exodus, terwijl hij de allusies op de Eucharistie vermenigvuldigt. Zijn gemeenschap is vanuit de eucharistievieringen bekend met zijn taalgebruik : ”hij nam de broden en zegde dank” (Jn 6,11). De traditionele formule van de synoptiekers “hij brak ze” ontbreekt weliswaar, maar die kortere formule vinden we terug bij Sint Justinus (1). Zoals bij het Laatste Avondmaal deelt alleen Jezus de broden uit, en niet de leerlingen, zoals bij de Synoptiekers. Jezus’ woord dat er niets verloren moest gaan, en de twaalf korven brokkelingen die overblijven, wijzen erop dat Jezus’ bedoeling verder reikt dan dit historisch feit. Hier, zoals te Kana (Jo 2,6, geeft Jezus met overvloed voor de toekomstige Kerk. Jezus is “gekomen opdat de mensen leven mogen bezitten, en wel in overvloed” (Jo 10,10). Hij denkt aan al de christenen van de toekomst.

Als enige evangelist preciseert Johannes dat het “kort voor Pasen was” (Jo 6,4). Het gaat hier niet zozeer om een chronologische accuratesse, dan wel om een wenk naar de uittocht van Egypte en het wonder van het manna. Johannes houdt er overigens aan, de openbaringen van Jezus te kaderen in de grote liturgische feesten van Israël : Jezus vervult en overstijgt die. Met de Messias verwachtten de Joden de hernieuwing van het wonder van het manna. Als Jesus de broden vermenigvuldigt, zien ze dan ook in hem “de profeet die in de wereld moet komen” (Jo 6,14 ; cf. Dt 18,15 ; Jo 1,21). Zij verwachten echter een aardse Messias. Daarom vlucht Jezus alleen het gebergte in. s’Anderendaags zal hij zonder omwegen verklaren : “Het is niet omdat ge wonderen gezien hebt dat gij mij zoekt, maar omdat gij tot verzadigens toe brood gegeten hebt” (Jo 6,26).

In feite laat Johannes ons in zijn verhaal horen dat steeds dezelfde vraag staande blijft : hoe in God te geloven ? Die vraag stelde zich reeds in de woestijn met het manna. Ze kwam terug in de historische ontmoeting met Jezus. En zij stelt zich ook aan ons in de Kerk, met de Eucharistie.

Het geloof is geen gevoelsrelatie : de gevoelens zijn egocentrisch, ik voel MIJ goed als ik bid. God kan men niet voelen.

Het geloof is ook geen rationele constructie : God is geen abstractie, geen idee. In de abstractie worden al de goden gelijk.

Het geloof is een geestelijke relatie. Het bestaat enkel in een persoonlijke “Jij – ik”-relatie. Het geloof kan evenwel weerslag hebben op de affectiviteit, op de rede. Om deze persoonlijke relatie ten sterkste uit te bouwen, heeft Jezus het gedenkteken ingesteld van zijn “lichaam voor ons gegeven” (Lc 22,19), waar hij in de eucharistie op tastbare wijze met ons komt. Persoonlijke relatie, waar hij zich aan ons geeft, opdat wij er ons, in onze schamelheid, aan hem kunnen geven, en er zijn aanwezigheid ontvangen om samen met hem op weg te gaan.

(1) “In hun memoires, die men evangeliën noemt, hebben de apostelen ons de opdracht van Jezus overgeleverd : ‘Hij nam brood, sprak de dankzegging en zegde : ‘Doet dit tot mijn gedachtenis. Dit is mijn lichaam’. Hij nam evenzo de beker, zegde dank met de woorden : ’Dit is mijn bloed’.”                                                                                                                                         Sint Justinus (100-165), Apologia 1,66-67

Uit de Abdij van Orval: Broeder Marc

Terug naar wekelijke inspiratie…>>>