22e Zondag ( A-jaar 31 aug. 2014 ) Homilie op Mattheüs 16, 21-27

“Niet meer denken aan zichzelf – zichzelf verloochenen”. Weinig aantrekkelijk ! Wat betekent dat eigenlijk ?

Vooreerst, wat betekent het niet ? Dat betekent niet : ophouden zichzelf te zijn. Wel integendeel ! Ik heb niet gevraagd om te bestaan. God vraagt me er te zijn. En Hij vraagt me te zijn wie ik ben, anders dan de anderen, want niemand kan mijzelf zijn in mijn plaats. Hij doet me bestaan als enig te wereld, als een teken van zijn enige liefde. Om te beminnen, moet ik beginnen met echt mezelf te zijn. Er moet een ‘ik’ zijn om ‘jij’ te zeggen. Precies de liefde geeft het antwoord op de vraag : wat betekent zichzelf verloochenen, ophouden met aan zichzelf te denken ?

Als een meisje aan haar vriend zegt dat ze een dasje bespikkeld met witte erwtjes zo keurig en zo leuk vindt, dan loopt die jongen, die eigenlijk van geruite dasjes houdt, gans de week de confectiezaken af om het volgend weekend met dat wondere dasje voor zijn geliefde te kunnen verschijnen.  En als van zijn kant, die jongen laat horen dat hij houdt van viooltjesgeur, dan vallen het volgende weekend de vliegen op de grond door de viooltjesgeur van dat meisje dat eigenlijk van jasmijnen houdt. Als je iemand bemint, dan denk je niet meer aan jezelf, maar je denkt je beminde te plezieren. Jezelf verloochenen betekent : niet meer jezelf volgen, maar uit liefde de beminde volgen. Die jongen en dat meisje verloochenen, en dat zonder moeite, hun voorkeur voor geruite dasjes of jasmijnengeur. Uit liefde, en alleen uit liefde kan je jezelf verloochenen zonder je te verwringen. De maat van het offer van jezelf moet nooit groter zijn dan de maat van je liefde, anders maak jij je kapot, et daar zal je wraak voor nemen.

Als een man iets doet voor zijn vrouw juist maar om van haar zagen af te zijn, dan begint hij zelf in de kortste keren tegen zijn vrouw te zagen : hij heeft het niet gedaan uit liefde. Zo vervalt ook de christen, die zou leven zonder een steeds hernieuwde liefde voor Christus, in een leven zonder glimlach. Het is klaar : Jezus volgen is niet meer denken aan jezelf, en dat kan slechts uit liefde.

Vervolgens, wat betekent : zijn kruis opnemen ? Wij hebben allen ons kruis. Wij hebben immers allen onze wensen en onze dromen, en deze worden nooit totaal ingevuld. Het leven is nooit ten volle zoals wij het zouden wensen. Wij zijn beperkte wezens, en dus onvolmaakt in onze persoonlijke mogelijkheden. De mensen met wie wij leven zijn beperkt en onvolmaakt. De materiële middelen waarover wij beschikken zijn beperkt. De schepping waarin wij leven is beperkt, onvolmaakt : ze brengt ons overstromingen, ongevallen, ziekten. Onze tijd is beperkt en de meest radicale beperking van onze tijd is onze dood. Ons kruis, dat zijn al deze beperkingen die ons treffen in onszelf en buiten ons. Ons kruis opnemen betekent : die beperkingen aanvaarden. Echte liefde valt, voor ons, mensen, samen met het aanvaarden van onze beperkingen. Wie bemind wordt mag zichzelf zijn : hij weet zich aanvaard ondanks zijn beperkingen en hij kan dan ook zijn beperkingen aanvaarden. Maar wie zijn beperkingen niet aanvaardt, noch deze van de anderen, maakt zich ongenietbaar en hij stoot de liefde af.

Maar nogmaals, Jezus vraagt niet zomaar het kruis op te nemen. Nee, Hij zegt dat je eerst met hem moet zijn : “Als iemand met Mij wil komen, laat hij dan zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen”. Je moet met Christus zijn en hem volgen, anders weet je niet waar je belandt met je kruis. Wie zijn leven wil redden door zijn eigen weg te gaan, zal het verliezen. Maar wie zijn leven geeft in de liefde van Jezus, zal het winnen.

Die opgave is zwaar. Maar Jezus komt ze met ons meeleven. Hijzelf gaat ons voor in het aanvaarden van de beperkingen van de levensomstandigheden, hij wordt geboren in een stal, en sterft zelfs op een kruis. Hij aanvaardt het mensenleven met de dood die er de uiterste beperking van is. Maar doorheen het lijden, dat ieder mens ten deel valt, weet Hij zich bemind door de Vader.

Zoiets kan Petrus niet begrijpen. Petrus koestert de onmogelijke droom van een Messias die hier op aarde de schepping tot volmaaktheid zou brengen.  ‘Menselijke overwegingen’, zegt Jezus. Niet de schepping, maar alleen God is volmaakt. Petrus grijpt compleet naast het plan van God. Hij is voor Jezus een ‘skandalon’, een steen waar men zijn voet tegen stoot. Jezus wil immers ten volle als mens leven, en binnen de beperktheid van ons menszijn, ontvankelijk openstaan voor de wil van de Vader. En wat wil God ? God wil niet dat wij lijden. In Jezus wil God met ons zijn. Zijn liefde, zijn wil met ons te zijn, is groter dan het lijden dat Hij er dan maar bij op zich neemt.

Op de weg naar Kalvarie heeft Simon van Cyrene Jezus’ kruis helpen dragen. In de Eucharistie komt Jezus ons kruis helpen dragen. Hij wil met ons zijn. Hij komt ons kruis dragen, met ons.

( Broeder Mark- Abdij Orval)