Openbaring des Heren ( 4 januari 2015) Homilie op Matteüs. 2, 1 – 12

Voor hen is alles begonnen toen zij een ster gezien hadden. Die ster heeft voor hen een weg doen oplichten. In één wenk was alles klaar geworden. Het geloof was als evident. De implicaties ervan herleidden zich tot een grote eenvoud. Het volstond van op weg te gaan.Voor ons is dat ook niet anders. God spreekt ons door het leven, maar de densiteit ervan belet ons soms er onmiddellijk de zin van te zien. Zoals de Wijzen turen ook wij in de nacht van de zinzoekers, want het is juist als we op weg gaan dat de ster verdwijnt.

Die ster is wel verdwenen en toch blijft ze ons bij. Ze zegt ons dat God Liefde is. Dat Hij ons wil als vrije wezens, in staat ongedwongen zijn liefde te beantwoorden, en er de prijs voor te betalen. Dat Hij op oneindige wijze met ons wil zijn, en ons leven wil delen. De echte liefde verdraagt immers geen ongelijkheid. Zij overbrugt ze.Die ervaring is als een dynamisme dat ons op weg zet naar God en ons leven een nieuwe richting geeft. Onze levende krachten bundelen zich, daadkrachtig. Een verinnerlijking van hart en geest brengt ons tot een grotere eenheid van leven. Wij kunnen op weg gaan, en een veelvoud van dingen achterwege laten die echt niet noodzakelijk zijn om te leven …

En zo laten de Wijzen alles achter om te bieden op het volgen van de ster. Hun project investeert gans hun leven. Een dergelijke reactie zien wij ook bij Paulus nadat het licht hem op de weg naar Damascus omstraalde. Om zijn zending op te volgen ontdoet hij zich van alle andere zorg.

Dat Herodes berekent dat de Wijzen twee jaar gedaan hebben over hun zoektocht, wijst op het keihard vertrouwen dat hen op weg deed blijven. De ster was intussen verdwenen. Dat is voor ons ook zo : na de oorspronkelijke lichtinval moeten we teren op ons vertrouwen in geloof. Niets anders kan ons ontdoen van de angst het verkeerde pad te zijn gegaan.

Het is nu een beetje alsof we van de zichtbare naar de onzichtbare wereld zijn overgestapt om er onze kracht te halen. We moeten doorheen de woestijn van het geloof. De verblindende ervaring van Gods aanwezigheid heeft zich herleid tot een ongrijpbaar gevoel van tegenwoordigheid, een nabijheid van God in de ziel waar je geen greep op hebt. Alleen de liefde laat toe op weg te blijven.

Er komt echter een moment waarop we ons zoeken kenbaar zullen moeten maken. Dat kan nogal ophef maken : voor de Wijzen is het heel Jeruzalem die zij opschrikken, Herodes op kop. Gans hun tocht schijnt nu faliekant af te lopen, als er niemand, zelfs te Jeruzalem, iets schijnt te weten over dat koningskind dat ze zoeken. God vinden bestaat er echter in, Hem zonder ophouden te zoeken. In dit zoeken beginnen we op de eerste plaats begrijpen dat God onbegrijpbaar is. We kunnen niet grijpen naar God, noch Hem begrijpen : Hij geeft zichzelf vrijwillig, gratis, wanneer Hij het wil. God vinden, Hem kennen is nooit een bezit. Integendeel, Hem kennen ontrukt ons aan onszelf. Onze liefde tot God ontrukt ons ons hart om het in Hem te werpen.

In deze duistere kennis wordt de ster teruggegeven aan de Wijzen. Duistere kennis, want ze wordt hen aangereikt, op last van een koning die Jezus wil doden, door hogepriesters en schriftgeleerden die van hem niets zullen willen weten. De kennis van God is een roos omringd door doornen. Nogmaals, wij kunnen ze niet nemen, wij moeten ze ontvangen als een geschenk, als een ster die we niet op zak kunnen steken. En die ons altijd vooraf gaat.

Er zijn ook momenten waarop de ster stil blijft staan opdat wij van dichterbij Gods liefde kunnen aanschouwen die ons in Jezus is geopenbaard. Een openbaring ! Zoals voor de Wijzen toont Christus zich ons dan als een hulpeloos kind dat alles van ons wenst te ontvangen. En niet alleen de wierook van onze aanbidding, maar ook het goud dat zijn broeders en zusters in hun armoede nodig hebben, en de mirre, deze etherische olie met haar kalmerende werking op het lichaam en de ziel van zijn lijdende ledematen.

Precies daarom ook zullen de Wijzen langs een andere weg terug moeten naar hun gewone leven om daar in de realiteit van elke dag met Jezus te leven. Een nieuwe weg opent zich voor hen : de weg van de actieve liefde die aan de anderen geeft echt zichzelf te zijn, bemind door God omdat zij het zijn. Het perspectief heeft een ander uitzicht gekregen : in plaats van tastend de Heer te zoeken, komt het er nu op aan Hem te onthalen die naar ons toe komt.

Daar zullen we Jezus vinden ontdaan van onze dromen, Jezus die zich openbaart in onze broeders en zusters.

Broeder Marc uit de Abdij van Orval.

Terug naar Wekelijkse inspiratie