26e Zondag ( A-jaar 1 oktober ) Evangelielezing van Matteüs 21,28-32

 

In die tijd zei Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: “Wat denkt ge van het volgende? Een man had twee zonen. Hij ging naar de eerste toe en zei: Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard. “Goed vader” – antwoordde deze- maar hij deed het niet. Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde. Deze antwoordde: “Neen, ik wil niet”, maar later kreeg hij spijt en ging toch. Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan ?” Zij antwoordden: “de laatste!. Toen zei Jezus hun: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen. Johannes kwam tot u en beoefende de gerechtigheid; toch hebt gij hem geen geloof geschonken, terwijl de tollenaars en de ontuchtige vrouwen hem wel geloof schonken. Maar zelfs, nadat ge dit hadt gezien, zijt ge toch niet tot inkeer gekomen en hebt ge hem geen geloof geschonken!

Een bedenkingen bij de lezing van zondag 1 oktober 2017
 

* Jezus vraagt ons te onderzoeken of onze woorden in overeenstemming zijn met onze daden. Praten en uitspraken doen is gemakkelijk. Tijd, inspanning en aandacht geven is moeilijker. Ik beleef mijn geloof niet enkel in de woorden gesproken op zondag maar ook in de tijd die ik besteed om tijdens de week te werken voor Gods Rijk. Jezus waardeert enkele kleine daden meer dan een massa mooie woorden.