30e Zondag ( B-jaar 25 oktober 2015) Homilie op Marcus 10, 46-52

Het is wel een ’weg opgaan’ van Jericho, de laagst gelegen stad van onze planeet gelegen op 250 meter onder de zeespiegel, naar Jeruzalem op 800 meter erboven ! Langs die weg zit Bartimeüs. Marcus legt die Aramese naam uit aan zijn Romeins publiek : het is “de zoon van Timeüs”. Hij is blind, en hij zit te bedelen langs die drukke weg.

Jezus komt voorbij, en dat verandert gans zijn leven. Bij het begin van het verhaal is hij gezeten, naast de weg, blind en bedelaar. Op het einde vergezelt hij Jezus naar Jeruzalem, te been op de weg, ziende en drager van de Goede Boodschap. De genezing van de blinde te Bethsaïda (Mc 8,22-26) had de leerlingen reeds aangezet om in Jezus de Messias te erkennen (8,27-30). Met deze nieuwe genezing van een blinde, nodigt Jezus allen uit die hem willen volgen om de ogen van hun hart te openen om een Messias te aanvaarden die zal lijden en verrijzen.

Men zou kunnen zeggen dat dit verhaal een inwijding is in het geloof. Deze begint met een gewaarwording van Jezus in het leven van een niet-gelovige. De blinde vertegenwoordigt de mens op de weg van het geloof. Jezus komt voorbij, maar de blinde ziet hem niet. Hij vergewist zich enkel van Jezus’ aanwezigheid door wat hij ervan hoort zeggen (v. 47). Onmiddellijk drukt hij zijn geloof uit en zet het op een roepen dat zich aanbeveelt in Jezus’ mededogen. Dit beroep op ‘de zoon van David’ wordt terstond in vraag gesteld door de wereld rondom (v. 48), en er is moed nodig om stand te houden in zijn vraag naar Jezus. En zo doet zijn gebed Jezus stilstaan en hem bij zich roepen. Zij die hem weerhielden, bemoedigen hem nu : “Houd moed, sta op, Hij roept u” (v. 49). Het is alsof een verrijzenis : met zijn mantel, waar hij de aalmoezen in ontving, werpt hij de oude mens af, hij springt overeind (Grieks : anastas = ‘hij verrees’) en gaat naar Jezus.

De ontmoeting met Jezus bereikt het hoogtepunt in de einddialoog : “Wat wilt u …?” (v. 51). In het spel van de vraag van Jezus en zijn antwoord, dat een totale vrijheid uitdrukt, engageert hij zich om Jezus te volgen. Het gezichtsvermogen dat hij teruggevonden heeft is dit van het geloof, want als Jezus hem zegt : “ga, uw geloof heeft u gered”, volgt hij hem op zijn weg naar Jeruzalem.

Broeder Marc uit de Abdij van Orval.