32e Zondag ( A-jaar 12 november ) Matteüs 25,1-13

 

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis: “Het is met het Rijk der hemelen als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig. Want de dommen namen wel hun lampen mee, maar geen olie; de verstandigen echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommelden zij allen in en sliepen. Maar midden in de nacht klonk er geroep: “Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!” Meteen waren al de meisjes wakker en maakten hun lampen in orde. De dommen zeiden tegen de verstandigen: “Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit”. Maar de verstandigen antwoordden: “Neen, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen. Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf”. Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen kwam de bruidegom, en die klaar stonden, traden met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: “Heer, heer, doe open!” Maar hij antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u: ik ken u niet”. Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”

 

Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 12 november 2017

 

  • Deze parabel kan zijn kracht verliezen als we onze aandacht vestigen op wat lijkt als egoïsme bij de bruidsmeisjes die zich klaargemaakt hadden. Ik heb de heilige Geest nodig, om zoals Jezus, zo te kunnen spreken. Zo helpt Hij mij te leren luisteren in eenvoud.
  • Van Jezus leren wij wanneer het het juiste ogenblik is en wanneer het te laat is. Ik vraag het inzicht te weten wat mij nu te doen staat; te herkennen wanneer de bruidegom komt en te weten hoe ik hem verwelkom.