5e Paaszondag ( B-jaar 3 mei 2015) Homilie op Johannes 15, 1 – 8

Wat hij nu voor ons betekent, zegt Jezus ons met het beeld van de wijnstok. In het Oude Verbond benoemt de wijnstok het uitverkoren volk, een wijnstok die echter veeleer wrang sap heeft opgebracht dan wijn : “Israël is de wijngaard van de Heer van de hemelse machten, de uitgelezen aanplant zijn de inwoners van Juda. Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht, hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting (Jes 5,1-7. cf. Hos 10,1 ;  Jr 2,21 ; Ez 15,1-6; 17,5-10 ; 19,10-14 ; Ps 80,9-17).

De uitdrukking ‘ware wijnstok’, ontleent Jezus aan Jeremiah die ze toepast op Israël, door God uitverkoren : “Ik had u geplant als een ware wijnstok” (Jr 2,21). In Jezus wordt de voorafbeelding werkelijkheid. “Ik ben de Wijnstok, de ware” : tweemaal herhaald (v. 1 en 5), betekent die uitdrukking dat Jezus aanspraak maakt op deze titel, als uitvoerder zowel als bemiddelaar van het Verbond dat voorgoed afgesloten wordt. Voortaan kan de liefde van de Vader voor de Zoon zich vrij ontplooien in gans de mensheid, om van ons een gemeenschap te maken van broeders en zusters.

De profeten hadden het beeld van de wijnstok gekozen om de intimiteit uit te drukken die God met zijn volk wilde ontwikkelen. Jezus gebruikt deze allegorie om te onderlijnen dat de levensgemeenschap met God voortaan door hem geschiedt : hij is immers de ware wijnstok waar het Boek Ecclesiasticus (Wijsheid van Jezus Sirach) het over heeft :

“Als een wijnstok kreeg ik mooie loten
en mijn bloesems werden prachtige, volle vruchten.
Kom bij mij, jij die naar mij verlangt,
en eet van mijn vruchten,
want het denken aan mij is zoeter dan honing
en mij bezitten is zoeter dan een honingraat” (Sir 24,17-20).

Dat betekent dat de communicatie tussen Christus en ons geschiedt in een vitale en duurzame relatie, zoals deze die de ranken verbindt met de wijnstok. Die relatie wordt belicht uit twee verschillende hoeken die, op eerste zicht, tegenstrijdig schijnen te zijn : de rank kan niet aan de wijnstok blijven als hij geen vrucht draagt (v. 2), maar tevens kan hij geen vrucht dragen als hij niet aan de rank blijft (v. 4). De opbouw van dat beeld schept een perfecte wederkerigheid tussen ‘vrucht dragen’ en ‘blijven aan de wijnstok’, en tussen Jezus en ons.

De trouw die God van Israël verwachtte, vindt Hij uiteindelijk in Jezus, de ware wijnstok. Een nieuw Verbond komt tot stand, want de trouw van Jezus, die zich uitdrukt in een gehoorzaamheid tot het kruis, kwam niet tot stand door menselijke vermogens. Zij is de trouw van de eeuwige Zoon die zich op menselijke maat uitdrukt in het leven van Jezus.

De wijnstok van het Nieuwe Verbond brengt een volle vrucht voort, die niets anders is dan de liefde die van de Vader overvloeit op de Zoon, en van de Zoon op ons. Het vers 9 zal het duidelijk maken : “Zoals de Vader mij bemind heeft, zo heb ik ook u bemind ; blijft in mijn liefde”. Het gaat hier om een liefde die ‘gezuiverd’ is (v. 3), want haar égoïsme werd weggesnoeid om zich te enten op Jezus’ liefde. Zijn liefde is dan ook de enige liefde die kan gedijen, en zonder dewelke wij niets vermogen (v. 5), terwijl alles mogelijk wordt als wij in Jezus blijven (v. 7).

Het gaat hier immers om een liefde waarin wij blijven. In de liefde verblijft  de een in de andere. Om ons aan te zetten vrucht te dragen gebruikt Jezus de uitdrukking : “blijf in mij”. Het werkwoord ‘blijven’ dat hier opkomt, en dat tot elf maal herhaald zal worden, is rijk aan betekenis. Het betekent dat ‘vrucht dragen’ geschiedt in de maat dat wij trouw blijven aan de relatie die Christus met ons uitgebouwd heeft door de gave van zijn woord. Ons wordt niet gevraagd een doel te bereiken, maar om te ‘blijven’, om trouw die liefdesrelatie te beleven in het ‘nu’ van het geloof. Onze trouw aan Jezus is onafscheidelijk van zijn trouw aan ons. In hem blijven, zoals hij in ons, is veel vrucht dragen (v. 5).

En zo is de levenskracht die vloeit tussen de wijnstok en de ranken niets anders dan de liefde van God. De vrucht van onze gemeenschap met Jezus zijn niet wat wij voelen, niet wat wij denken,  maar wat wij doen in onze werken waar de Agapè zich uitdrukt, de Liefde die van God komt.

Broeder Mark uit de Abdij van Orval.

AANDACHT: VOLGENDE WEKEN GEEN PREEK UIT ORVAL

Wij zijn er terug op: Zaterdag 6/ Zondag 7 juni 2015

Terug naar wekelijkse inspiratie…>>>