Evangelie volgens Matteüs 17,1-9 ( Zondag 6 augustus)

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, die zich met Hem onderhielden. Petrus nam het woord en zei tot Jezus: “Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als Gij wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Nog had hij niet uitgesproken of een lichtende wolk overschaduwde hen en uit de wolk klonk een stem: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.” Op het horen daarvan wierpen de leerlingen zich ter aarde neer, aangegrepen door een hevige vrees.
Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: “Staat op, en weest niet bang.” Toen zij hun ogen opsloegen zagen zij niemand meer dan alleen Jezus.
Onder het afdalen van de berg gelastte Jezus hun: “Spreekt met niemand over wat ge hebt aanschouwd voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan.”

 

Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 6 augustus 2017

 

*De leerlingen zien hoe Jezus verschijnt in zijn goddelijke heerlijkheid. Het is een heel bijzonder moment voor hen, wat Petrus bevestigt met de woorden: “Het is goed voor ons hier te zijn.”

*Voeg je bij de leerlingen en bij onze Heer en let daarbij op wat zij zeggen en doen. Wat zouden ze aan elkaar gezegd hebben na het gebeuren? Verbeeld je dat een van hen later een verslag gaf van en toelichting over het gebeuren.

 

Bron: Gewijde Ruimte