Johannes 13:31-35 Het nieuwe gebod der liefde

Als hij dan uitgegaan was, zei Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. Indien God in Hem verheerlijkt is, zo zal ook God Hem verheerlijken in Zichzelven, en Hij zal Hem terstond verheerlijken. Kinderkens, nog een kleine tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik u lieden nu ook.
Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.

 

Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 24 april 2016 

*Judas ‘was weggegaan’. Heer, moge ik nooit van U weggaan. Moge geen enkel menselijk wezen verloren zijn voor U. Iedereen is ‘een broer of zus voor wie U bent gestorven’ zoals de heilige Paulus zegt. Laat mij steeds meer zoals U worden door iedereen lief te hebben. En door hen bij U aan te bevelen. Verruim mijn hart zodanig dat al mijn medemensen erin verzameld kunnen worden.

*‘Oh, was mijn monnikspij maar wijd genoeg om alle lijdende mensen van deze zwalpende wereld te omhullen.
( Ryokan, een zen monnik, gestorven in 1831.)

Bron: Gewijde Ruimte