In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.”
Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven.”
Enkele bedenkingen bij de Pinksteren-lezing van zondag 15 mei 2016.
*De leerlingen zijn gedoopt in de Heilige Geest. Dit is een nieuwe geboorte en een nieuw doopsel. De vernieuwende kracht van de Heilige Geest geeft ons de kans kinderen van God te worden. Deze nieuwe geboorte maakt ons tot een nieuwe schepping. We worden gevormd door Gods geest die in de openingsverzen van het boek Genesis zweefde over de wateren “toen de aarde woest en doods was en duisternis lag over de oervloed” (Gen.1).
*Wat is het dat mij blind maakt voor de feiten die ik lees over Pinksteren?
Wat maakt dat ik weiger te erkennen dat ook aan mij kan overkomen wat aan de apostelen gebeurde?
Dat in mijn onwaardig zelf een tempel schuil gaat waarin de Heilige Geest bidt zonder ophouden. Heer, ben ik bang dat in mezelf uw grootheid erkennen te veel van me zal vragen? Is het mogelijk dat mijn neiging om pijn uit de weg te gaan me tegelijk de ervaring van de vreugde ontzegt?
Bron: Gewijde Ruimte