Lezing: Johannes 20,19-23

In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.”
Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven.”

 

Enkele bedenkingen bij de lezing van Pinksteren-zondag 4 juni 2017

*Heer, U noemt mij gezegend omdat ik geloof zonder het bewijs van mijn zintuigen. U bent belangrijker dan wat ik kan zien, horen, aanraken of ruiken; maar er zijn tijden dat ik val. Heer, ik geloof. Help mijn ongeloof.

*Ik luister hoe Jezus tot mij spreekt, ‘Vrede zij met jou.’ Ik breng voor Hem die aspecten van mijn leven die het meeste nood hebben aan vrede en hoor Hem nog eens zeggen: ‘Vrede zij met jou.’

*Jezus ademt zijn Geest in zijn leerlingen om hen nieuw leven te geven. Zij zullen macht hebben over de zonden, die anders het menselijke hart doden.

*Heilige Geest, ik verwelkom U nu in mijn kleine hart. Laat het voor mij vandaag ‘de eerste dag van de week’ zijn, wat de eerste dag van mijn vernieuwde herschepping betekent. Laten we dit samen vieren.

 

 

Bron: Gewijde Ruimte