In die tijd begaf Jezus zich naar een stad die Naïn heette; zijn leerlingen en een grote groep mensen gingen met Hem mee. Hij was juist in de nabijheid van de stadspoort gekomen, toen daar een dode werd uitgedragen, de enige zoon van zijn moeder die weduwe was. Een groot aantal mensen uit de stad vergezelde haar.
Toen de Heer haar zag gevoelde Hij medelijden met haar en sprak: “Schrei maar niet.” Daarop trad Hij op de lijkbaar toe en raakte die aan. De dragers bleven staan en Hij sprak: “Jongeling, Ik zeg je: sta op!” De dode kwam overeind zitten en begon te spreken en Jezus gaf hem aan zijn moeder terug.
Allen werden door ontzag bevangen en zij verheerlijkten God en zeiden: “Een groot profeet is onder ons opgestaan”, en: “God heeft genadig neergezien op zijn volk.” En dit verhaal over Hem deed de ronde door heel het Joodse land en de wijde omtrek.
Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 5 juni 2016.
* Ik kijk naar het tafereel en beeld mij in aanwezig te zijn in Naïn. Ik ben getuige van dit mirakel. Ik zie hoe Jezus mededogen heeft met de weduwe. Hij verricht ongevraagd het wonder. Is er iemand waarvoor ik vandaag wil bidden? Iemand die met een zwaar verlies is omgegaan, die treurt of zich verlaten voelt? Jezus, leer mij vol medeleven te zijn zoals U.
*Misschien ben ik zoals de jonge man: niets meer voelen, enkel gedragen door anderen. Of misschien ben ik de drager van iemand die zich dood voelt. Of zoals de diepbedroefde moeder. Ik bid dat ik Jezus mag ontmoeten die vanuit zijn mededogen mijn leven ten goede kan keren. Die mij leven en vreugde geeft.
* Jonge man, Ik zeg je, sta op!’ Ik bid voor het vermogen om te vertrouwen in de talenten van de jongeren van vandaag. En om op een positieve manier naar hen te kijken.
Bron: Gewijde Ruimte