In die tijd wees de Heer nog tweeënzeventig leerlingen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf nog komen zou. Hij zei tegen hen: `De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. Ga nu, maar weet wel, “Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand. Als je bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: `Vrede aan dit huis.’’ Woont daar een vredelievend mens, dan zal jullie vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die naar jullie terugkeren.
Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere. Als je in een stad komt waar men je ontvangt, eet dan wat men je voorzet.
Genees er de zieken en zeg tegen hen: `Het koninkrijk van God is nu dichtbij u gekomen.’’ Maar als je in een stad komt waar men je niet ontvangt, ga daar de straat op en zeg: `Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten zit, mag u houden – wij vegen het af. Maar weet wel, het koninkrijk van God is dichtbij.’’ Ik zeg jullie: voor Sodom zal het op die dag draaglijker zijn dan voor zo’n stad. De tweeënzeventig kwamen opgetogen terug. `Heer,’ zeiden ze, `zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam.’ Hij zei tegen hen: `Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen.Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren. Toch moeten jullie je niet verheugen omdat de geesten zich aan jullie onderwerpen; nee, verheug je omdat jullie namen staan opgetekend in de hemel.’
Enkele bedenkingen bij bovenstaande lezing van zondag 3 juli 2016.
*Wat heeft de Heer mij een overweldigende verantwoordelijkheid en voorrecht geschonken om samen met anderen de boodschap van Gods liefde en barmhartigheid uit te dragen in de wereld. Daarom vraag ik Hem om mij wijsheid, moed en sterkte te geven om zijn zending verder te zetten.
*De heilige Theresia van Avila herinnert me eraan waarom ik zijn zending verder moet zetten in de wereld: – ‘Christus heeft geen ander lichaam op aarde dan het onze. Geen handen dan de jouwe. Geen voeten dan de jouwe. Jouw ogen brengen het mededogen van Christus naar de wereld. Het zijn jouw voeten waarmee Hij al weldoende rondgaat. Met jouw handen zegent Hij nu de anderen.’
Bron: Gewijde Ruimte.