In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Er was eens een rijk man die een rentmeester had, die bij hem werd aangeklaagd dat hij zijn bezit verkwistte. Hij riep hem dus en vroeg: Wat hoor ik daar van u? Geef rekenschap van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf: Wat zal ik doen nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en bedden: daarvoor schaam ik mij. Ik weet al wat ik ga doen, opdat ik, na mijn ontslag als rentmeester, onderdak vind. Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer, één voor één, en zei tot de eerste: Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig? Deze antwoordde: Honderd vaten olie. Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; ga gauw zitten en schrijf: vijftig. Daarop vroeg hij nog aan een tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Deze antwoordde: Honderd maten tarwe. Hij zei hem: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; schrijf: tachtig. De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg had gehandeld, want de kinderen van deze wereld handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht. Ik zeg u: Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij – wanneer die u komt te ontvallen – u in de eeuwige tenten opnemen. Wie betrouwbaar is in het kleinste is ook betrouwbaar in het grote; en wie onrechtvaardig is in het kleinste is ook onrechtvaardig in het grote. Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest in de onrechtvaardige mammon, wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen? Als ge niet betrouwbaar zijt geweest in het beheren van andermans goed, wie zal u dan geven wat gij het uwe kunt noemen? Geen knecht kan twee heren dienen, want hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.”
Een bedenking bij de lezing van zondag 18 september 2016
De betekenis van deze bovenstaande passage zit in de aanbeveling van de oneerlijke dienaar, niet voor het moreel gehalte van zijn gedrag, maar voor zijn wereldse wijsheid in het gebruiken van de dingen van dit leven om zijn toekomst in dit leven veilig te stellen. Vers 9 En Ik zeg u… is zeer moeilijk en wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd door verscheidene geleerden. De verzen 10-12 staan vrij los van hetgeen voorafgaat. We kunnen erover nadenken met hoeveel zorg de mensen werken voor vergankelijke goederen terwijl ze de goederen die eeuwig duren verwaarlozen. Laat ons dus over onszelf reflecteren.
Bron: Gewijde Ruimte