Lucas 23,35-43

Toen Jezus aan het kruis hing, stond het volk toe te kijken maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: “Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!” De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: “Als Gij de koning der Joden zijt, red dan Uzelf.” Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: “Dit is de koning der Joden.”
Ook een van de misdadigers die daar hingen hoonde Hem: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan Uzelf en ons.” Maar de andere strafte hem af en zei: “Heb zelfs jij geen vrees voor God terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij ondergaan dat vonnis terecht, want wij krijgen wat wij door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.”
Daarop zei hij: “Jezus, denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.”
En Jezus sprak tot hem: “Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”
 

Enkele bedenking bij de lezing van zondag 20 november 2016  

*Dit is een van de meest opvallende passages in de Schrift. In het gesprek tussen Jezus en de twee dieven denk ik na over wat er omging in hun gedachten.

*De centrale boodschap van Jezus, die staat te popelen om ons te bevrijden van onze zonden en ons de gave van het eeuwige leven wil schenken, brengt de diepe betekenis tot uiting van het feest van Onze Heer Jezus Christus, Koning van het heelal, dat we vandaag vieren. 

 

Bron: Gewijde Ruimte