Toen Jezus eens alleen aan het bidden was en zijn leerlingen bij Hem kwamen stelde Hij hun de vraag: “Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?” Zij antwoordden: “Johannes de Doper, anderen zeggen: Elia, en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan.” Hierop zeide Hij tot hen: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?”
Nu antwoordde Petrus: “De Gezalfde van God.” Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen. De Mensenzoon, – zo sprak Hij – moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.”
Maar tot allen sprak Hij: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.
Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 19 juni 2016
* ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben’, vraagt Jezus. Al de gegeven antwoorden zijn verkeerd. Alleen Petrus heeft het juiste antwoord: Jezus is de ‘Messias van God’, de Beloofde en onze Redder. Toch wijst Jezus hier graag op de grootste paradox: een deel van zijn zending als Messias was om naar Jeruzalem te gaan, afgewezen te worden en er uiteindelijk de dood te vinden. Wij willen geen lijdende Messias, maar een glorierijke. Iemand die ons behoedt voor problemen of op z’n minst ze oplost voor ons.
* Jezus volgen houdt in mezelf te verloochenen en mijn dagelijks kruis op te nemen. Dit kruis is er een waar ik niet voor gekozen heb. Het is er een dat zwaar en ongemakkelijk is. Ik bid om de genade het te kunnen dragen, met innerlijke kracht en in vrede. Wetende dat ik hetzelfde pad bewandel als Jezus, de Messias van God.