Marcus 1, 21-28

Marcus 1,21-28
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus

In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen in Kafarnaüm,
en op de eerstvolgende sabbat ging Hij naar de synagoge
waar Hij als leraar optrad. 

De mensen waren buiten zichzelf van verbazing over zijn leer,
want Hij onderrichtte hen niet zoals de schriftgeleerden
maar als iemand die gezag bezit.
Er bevond zich in hun synagoge juist een man
die in de macht was van een onreine geest
en luid begon te schreeuwen:
“Jezus van Nazaret, wat hebt Gij met ons te maken?
Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten.
Ik weet wie Gij zijt: de Heilige Gods.”
Jezus voegde hem toe:
“Zwijg stil en ga weg uit die man.”

De onreine geest schudde hem heen en weer,
gaf nog een luide schreeuw en ging uit hem weg.
Allen stonden zó verbaasd dat ze onder elkaar vroegen:
“Wat betekent dat toch?
Een nieuwe leer met gezag!
Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzamen Hem.”

Snel verspreidde zijn faam zich naar alle kanten
over heel de streek van Galilea.

Terug naar de Homilie vanuit Orval