Marcus 10,17-30 ( 28ste zondag door jaar 11 oktober 2015)

Toen Jezus zich weer op weg begaf kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”
Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand tekort doen, eer uw vader en uw moeder.”
Hij gaf Hem ten antwoord: “Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.”
Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Eén ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen.”
Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen omdat hij vele goederen bezat.
Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: “Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Daarom herhaalde Hij: “Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: “Wie kan dan nog gered worden?” Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk.” (Daarop nam Petrus het woord en zei: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.” Jezus antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis, broers en zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven.”)

 

Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 11 oktober 2015

Vandaag worden wij herinnerd aan de problemen die ontstaan wanneer wij te zeer aan geld en goed zijn gehecht.
We vergeten dan dat echte vervulling komt van de liefde voor God en de liefde voor anderen.
Het is een ware zegen als je zo vrij bent dat je dingen die je hebt, kunt gebruiken ten bate van de liefde.
De enige dingen die wij mee kunnen nemen als wij doodgaan, zijn de dingen die wij weg hebben gegeven.
Zonder God is deze manier van liefhebben onmogelijk.
Ik vraag Hem om zijn hulp.