In die tijd zei Johannes tot Jezus: “Meester, we hebben iemand die ons niet volgt, in uw naam duivels zien uitdrijven, en we hebben getracht het hem te beletten omdat hij geen volgeling van ons was.” Maar Jezus zei: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Als iemand u een beker water te drinken geeft omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.
Maar als iemand een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft, het zou beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp. Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur. Het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen. Het is beter voor u met één oog het Rijk Gods binnen te gaan dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt.”
Een bedenking bij de lezing voor Zondag 27 september
Het is niet de bedoeling dat de leerlingen van Jezus een exclusieve club vormen. Zij kijken niet minachtend neer op het goede werk dat anderen verrichten. We worden aangemoedigd om samen te werken met andere christenen. Met iedereen van goede wil. De oude slogan, ‘Buiten de Kerk geen heil’ was een struikelsteen voor heel wat goede mensen. Dit moet terzijde worden geschoven. Er is geen plaats voor hoogmoed in Gods koninkrijk. De Heilige Geest waait, zoals de wind. Hij waait waar Hij wil en is incognito aan het werk in elk hart. God heeft een grote verbeelding. Hij werkt om alles te richten op het goede van de wereld. ( Bron: Gewijde Ruimte )