In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd om door de duivel op de proef gesteld de worden. Nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij honger. Nu trad de verleider op Hem toe en sprak: “Als Gij de Zoon van God zijt, beveel dan dat deze stenen hier in brood veranderen.” Hij gaf ten antwoord: “Er staat geschreven: Niet van brood alleen leeft de mens, maar van elk woord dat komt uit de mond van God.” Vervolgens nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en sprak tot Hem: “Als Gij de Zoon van God zijt, werp U dan naar beneden, want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij omtrent U een bevel geven, dat zij U op de handen nemen, opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen.” Jezus zei tot hem: “Er staat ook geschreven: Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.” Ten slotte nam de duivel Hem mee naar een heel hoge berg, vanwaar hij Hem alle koninkrijken der wereld toonde in hun heerlijkheid. En hij zei: “Dat alles zal ik U geven, als Gij in aanbidding voor mij neervalt.” Toen zei Jezus hem: “Weg, satan; er staat geschreven: De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.” Nu liet de duivel Hem met rust en er kwamen engelen om Hem te dienen.
Enkele bedenkingen bij de lezing van zondag 5 maart
* Bij zijn doop door Johannes, hoort Jezus de stem van God de Vader, die Hem erkent – een jonge ambachtsman uit het dorp – als zijn welbeminde Zoon. Hier reflecteert Hij over de radicale nieuwe zending, menselijke bekoringen die wij allen ervaren.
*Word ik bekoord, zoals Jezus hier, door zelfzucht, om mijn eigen noden op de eerste plaats te zetten?
*Wil ik de aandacht naar mij toetrekken, populair zijn, beroemd zijn?
*Een gevoel van macht is verslavend. Wil ik invloedrijk zijn, anderen domineren, eerder dan hen te dienen, vriendelijk en vrijgevig te zijn?
Bron: Gewijde Ruimte