‘Avoir un centre‘, zo noemde de befaamde traditionalist Frithjof Schuon één van zijn boeken. Ons hart geeft ons de belofte van dat centrum: diep in ons hart zijn wij immers bewust dat dit centrum te vinden is, immer in ons aanwezig. Slechts wachtend om zich mee te delen, ‘van binnen uitwaarts’ (Ruusbroec). Het diepe hart is uiteindelijk een mysterie, iets dat van hoger of verder of dieper komt, iets dat méér is dan onszelf.
Dit Mysterie is geen ding waar we greep op kunnen krijgen, maar een beleving, een integratieproces; een verankering en vereniging van onszelf in de Eenheid. In die eenheid vinden wij ook de eenheid terug met elke medemens, met de wereldwijde gemeenschap van mensen en schepselen. Hier transcenderen wij onszelf en vinden het Ultieme in ons hart, als Hart van/in ons hart. Maar dit veronderstelt wel dat we het hart voeden, en niet onze buik of zintuigen of verstand. De taoïstische Daodejing formuleert dit schitterend:
‘De vijf kleuren maken blind. De vijf tonen maken doof. … Daarom centreert de wijze zich in zijn buik en niet in zijn ogen. Hij verwerpt elke beïnvloeding en blijft in zijn centrum’.
Het diepste h/Hart
In elke religie is het hart de plaats van de transcendentie. We weten niet wat God is, maar we weten wel waar ‘Hij’ is! Het geestelijke hart is de plaats waar het ultieme of God zich openbaart, voedend, dragend, oproepend, tot integratie brengend.
In het hindoeïsme is het h/Hart het zuivere zijn dat ook bewustzijn is en gelukzaligheid, diep in ons. In het boeddhisme is h/Het de volheid-leegte waarin alle wezens samen ontstaan en vergaan, inter-zijn, diep in ons. In het taoïsme en confucianisme is h/Het de Natura naturans, diep in ons. In het soefisme is h/Het de eenheid of essentie, diep in ons. In de kabbala is h/Het het goddelijke niets, diep in ons. In het christendom is h/Het het goddelijke licht diep in ons, ‘ongeschapen en onschepbaar’ (Eckhart) of de transcendente subjectiviteit, de ‘verborgen grond van liefde (Merton).
Kortom, het h/Hart is de eenheid van alles of non-dualiteit zelve, het Goddelijke als centrum van alle menselijke en kosmische werkelijkheid, van waaruit alles voortkomt en waarin alles terugvloeit. Zoals een Franse vertaling van de Bhagavad Gita zingt:
‘Ik ben het, in het hart van al wat bestaat, de levende Ziel ervan, Ik ben de oorsprong, de duur en het eind van al wat bestaat. (…) Hart van mijn hart, voor mij die hart van jouw hart ben, Jij bent in staat mij te begrijpen, o Krishna’.
Het open hart
Omdat het Goddelijke of de ultieme Werkelijkheid aanwezigheid is in het hart van de mens, bestaat de enige manier om dit Goddelijke te kennen erin het hart zonder reserve te openen in zuivere aandacht voor deze aanwezigheid. De religies in hun mystieke kern zijn evenvele wijzen of wegen om de werkelijkheid met een open hart te zien en te ontvangen, transparant en aandachtig. Het menselijke en kosmische hoeft niet als gordijnen opzij geschoven te worden om daar achter een andere realiteit, een radicaal Andere, te kunnen vrijmaken en ontdekken. Neen, God wordt gevonden in alles als het niet-andere, als de diepste realiteit van deze wereld.
In het hindoeïsme opnieuw is het zuiver gewaarzijn de wijze om het vervuld-bewust-zijn te beleven in alle ervaren en doen. In het boeddhisme is mindfulness (of beter mind-emptiness) de wijze om de hartstochten te laten uitdoven en de innerlijke en uiterlijke werkelijkheid te beleven als een verbonden zijn in mededogen. In het taoïsme komt het er zoals we zagen op aan de zintuigen en de gedachten een halt toe te roepen en tot eenheid en rust te komen in het eigen middelpunt. De soefi zal proberen door stilte en onthechting de spiegel van zijn hart te poetsen tot de werkelijkheid er zich getrouw in weerspiegelt en openbaart. Ook de kabbalist en de chassied zal alles tot eenheid brengen in het vuur van zijn gebed tot de Ene. Ook de christelijke mystiek is finaal een uitnodiging om alle beelden en vormen los te laten in het duistere licht van God en pas zo een nieuwe schepping gewaar te worden, vervuld van God. Prachtig deze formulering van de oosters-christelijke mysticus Maximus de Belijder:
‘Op dit volmaakt gladde oppervlak van een absolute eenvoud zal God zich tonen en zijn geboden inschrijven. Het zuivere hart biedt God een geheugen aan dat vrij is van vormen en beelden, enkel en alleen beschikbaar voor het ontvangen van de letters waardoor God zich manifesteert.‘
Alle religies leren vooreerst vormgebonden meditatie en gebed om tenslotte de weg te wijzen naar zuivere, liefdevolle aandacht voor het Niets dat Alles is.
Religie van het hart, religie van de liefde
God als aanwezigheid in alles en allen; godservaring als zuiver kennen en ervaren van deze aanwezigheid. De religie van het hart is een religie van de liefde. Het hart ervaart God als degene die ‘alles geeft en zichzelf erbij’, zij ervaart Hem als liefde die alles doordringt, die de hemelsferen doet wentelen en de ziel van de mens aandrijft.
God = Liefde: dit inzicht treffen we niet alleen in het christendom aan, maar in de mystieke tradities van alle religies. Het Ultieme dienen door alles lief te hebben, in waakzame openheid, in een totale ontvankelijkheid die voorbij elke kritische selectie is kunnen gaan: deze houding bezielt de mystici van alle grote wereldreligies.
‘Mijn hart is nu in staat om elke vorm te ontvangen. Het is een weide voor gazellen, een abdij voor christelijke monniken, een tempel voor afgodsbeelden, de Kaaba voor de pelgrims, de tafelen van de Torah en de bladeren van de Koran! De religie die ik belijd is die van de liefde; waarheen haar karavanen ook gaan, liefde is mijn religie en mijn geloof!’ (Ibn Arabi)
De mysticus onthaalt in alles God.
De weg van het hart
De mystieke benadering van God door het hart en als het Hart, kan dan ook zeer kritisch uit de hoek komen jegens de institutionele religies, waar en in zoverre zij de liefde overdekken achter doctrinaire, moraliserende, rituele of juridische hullen en voorwaarden. In de plaats van een mentale God (een God in het hoofd) en een externe God (een God die afgescheiden is van, buiten de kosmos en de mens) te dienen omwille van zichzelf en mogelijks tegen de dienst van de mens in, stellen zij een religie voor van geïncarneerde liefde voor mensen van vlees en bloed.
Deze ‘getrouwen van de Liefde’ wijzen de weg naar een religieus (christelijk) humanisme, ja naar een mystiek humanisme. De mens en zijn liefde zijn de plaats van God, waar God gevonden, en gekoesterd, aanbeden en gediend kan worden.
Beste trouwe Metgezel/ toevallige bezoeker wens je meer te weten over de mystieke inzichten van Pater Johannes Schietecatte verwijzen wij graag naar video opname met als titel:
MYSTIEK IN OPEN GRENZEN EN TIJDEN NAAR INNERLIJKHEID…
Haast U langzaam… bij het aanhoren van deze 25 minuutjes durende boeiende video gesprek.