Inleidende bezinningstekst
Toen zij hoorde dat de doodstraf was uitgesproken
kon niemand haar nog tegenhouden.
Zij vluchtte de straat op:
radeloos, tussen een krioelende massa pelgrims,
huilend, tussen een menigte in opgewonden kermisstemming.
Zij liep haastig en schichtig,
baande zich een weg
doorheen een traag slenterende massa.
Zij ontdekte plots een rode bloedvlek op de weg,
op de weg naar Golgotha.
Zij liep als een wilde furie,
duwde de mensen opzij,
en stond plots op de open plek,
even buiten de stadspoort.
Mensen stonden in groepjes toe te zien.
Ze hoorde nog enkele doffe slagen van de hamer,
en toen vielen alle gesprekken stil.
Iedereen keek toe hoe het eerste kruis werd opgericht
met een van pijn verkrampte Jezus erop vastgenageld.
Maria bleef maar toekijken,
zocht met haar ogen naar de trekken van zijn gezicht,
ze zocht naar zijn ogen.
Dat was haar afscheid,
als streelde zij een laatste maal zijn aangezicht.
Een pover afscheid,
midden een menigte die onverschillig en cynisch toekeek.
Zij keek naar de hemel die haar zo duister werd.
Zij keek naar de aarde die zo vijandig leek.
Tussen haar wanhoop en haar angst keek zij in zijn ogen,
in zijn blik,
als altijd een blik vol vrede.
Hij had haar zo dikwijls verteld
dat mensen niet mogen terugslaan, niet mochten haten.
Nu wist zij:
dat was niet ‘zomaar’ een boodschap.
Hij was die boodschap.
En zij fluisterde zijn naam: “Jezus”,
als een gebed,
als een nieuw gebed om vrede,
om kracht tot vergeving. ( Manu Verhulst )
In het bewuste uur van sterven
is er duisternis en angst
onweer, gevecht
is er verwarring
fundamentele verlatenheid
in het bewuste uur van sterven
is er warmte en verbondenheid
is er liefde
met alle dierbaren ver en dichtbij
vroeger en nu
in het bewuste uur van sterven
is er licht en verlangen
in het bewuste uur van sterven
is overgave
is vrede
( Ida Guetens)
Bezinning voor Goede Vrijdag
Neerleggen met zachte doeken
met tedere handen
langzaam, voorzichtig
ter rust leggen
op de plaats waar
niet ‘ons’ leven verder gaat
neerleggen, opbergen, bewaren
om te koesteren
die mens, die herinnering, die liefde
die ons leven gaf
uit handen geven
aan een ruimte
die niet meer de onze is
achterlaten
…laten…
ooit
zal de mens uit dit lichaam
in ons
verrijzen.
(Ida Guetens)
Terug naar Wekelijkse inspiratie