Vertel eens….een zus en een broer aan het woord

Een broer en zus melden zich onafhankelijk van elkaar aan als deelnemers en vertellen hun verhaal.   

Op uitnodiging van Jan Daem ( rouwtherapeut van Metgezel in Zingeving) mocht ik twee deelnemers als zus en broer van de najaars-contactgroep 2015 voor lotgenoten interviewen.

Het verhaal

Dorien en André vertellen open over het rouwproces dat ze de afgelopen jaren hebben doorgemaakt. Hun beider partners hadden een langdurig ziekbed. De man van Dorien was 7 jaar ziek en laatste 3 maanden bedlegerig, de vrouw van André overleed na een ziekteperiode van drie jaren waarvan de laatste 2 maanden bedlegerig.

Je zou denken dat je als partners toegroeit naar het moment dat de ander er straks niet meer zal zijn. Als paar weet je dat wel, maar toch, als het overlijden een feit is dan zit je daar. Met al je verdriet, radeloosheid, boosheid, vragen. Je voelt je hulpeloos.

Juist in die fase zijn kleine dingen belangrijk. Kleine dingen van de mensen om je heen. Gewoon een pan met een maaltijdsoep krijgen van de buurvrouw of een zus die je trouw iedere dag opbelt en vraagt hoe het met je is.

Die persoonlijke aandacht en begrip, die je voorheen deelde met je partner, is dan belangrijk.

Dorien en André verwoorden helder dat je niet over je diepste gevoelens vertelt als je merkt dat de ander niet echt luistert. Mensen verwachten dat je na 3 of 7 jaren ‘nu onderhand wel gewend bent aan het alleen zijn’. Nee dus, dat is niet altijd zo.

Slechts weinig mensen verstaan de kunst om niet alleen te horen, maar ook echt te luisteren naar wat de ander je vertelt. Dat is precies wat wel gebeurt in de Lotgenotengroep.

Onze ervaring met de lotgenotengroep 

Iedereen zit in hetzelfde proces, ook al is het verlies bij de een pas een half jaar geleden en bij de ander 7 jaren. Rouwen doet iedereen in die groep. Ieders achtergrond doet er niet toe. Rijk of arm, man of vrouw is van geen belang.

De lotgenoten accepteren van elkaar dat ieder zijn of haar eigen problemen ervaart in het rouwproces. Samen hebben ze gelachen, gehuild, het mocht allemaal.

In totaal zijn er zes wekelijkse bijeenkomsten. Daarna nog twee terugkomdagen.

De eerste keer was het echt aftasten van elkaar: wie zit er in de groep, wat kan ik hier wel en wat niet vertellen? De tweede keer was het ijs gebroken. De sfeer was heel anders, opener, vertrouwder. Zo ook de derde en volgende keren. Enthousiast zegt Dorien: “Je had gewoon behoefte om elkaar weer te zien”.

Met z’n allen zit je in een diep dal, waar je alleen met hard werken uit kunt kruipen. Daartoe hielpen de steunende gesprekken, maar zeker ook de rituelen. Bij voorbeeld het ritueel rondom boosheid. Daarbij mochten alle frustraties eruit gegooid worden. Het ritueel werd als bevrijdend ervaren.

Ook werkte het heel goed om over jezelf en je eigen gevoelens te vertellen aan de hand van een voorwerp, dat de begeleiders Bep Smarius en Jan Daem bij zich hadden.

Er wordt gewerkt aan de hand van thema’s. In het kader van dat thema krijgt ieder ook wekelijks een opdracht mee naar huis. Het proces om uit het diepe dal te kruipen, gaat met stapjes. Dat mogen kleine stapjes zijn. Dit alles is heel ontroerend. Je merkt dat het lukt om die stapjes te zetten. Ook is het ontroerend om elkaars proces te zien. Juist dit samen delen is belangrijk. Allen hebben ervaren dat het niet lukt om alleen uit dat dal te kruipen.

De bijeenkomsten verlopen volgens een vast schema. Stipt op tijd beginnen. Even bijpraten bij een kopje koffie of thee. Daarna aan de slag. Officieel is het om 12.00 uur afgelopen, maar dat kan nogal eens uitlopen.

Is onze doelstelling bereikt?

Wat is het resultaat nu? Dorien: “Ik kan weer over de gebeurtenissen en mijn gevoelens vertellen zonder te huilen”. Dit geldt meestal ook wel voor André.

Door in de groep erover te praten, leg je het als het ware even ‘buiten jezelf’ en kijkt ernaar. Je kijkt naar het proces, je staat stil bij je gevoelens etc. Daardoor krijg je er meer greep op.

Beiden constateren ook dat ze nu weer zorg krijgen voor dingen in huis. Zo hebben ze allebei na jaren weer eens een kerstboom gezet.

Bij herhaling zeggen beiden dan ook: “Iedereen die een dierbare heeft verloren, moet naar de lotgenotengroep”.

Met DANK aan Ankie Wessels voor het interview.

De nieuwe gespreksgroepen VOORJAAR en NAJAAR gaan steeds door op een DINSDAGMORGEN. Met de groep zijn wij te gast in de gezellige huiskamer het Inlooppunt Kerkstraat 48 in Oisterwijk, steeds van 09.15 tot 12.15 uur. Wij gaan een inlevend en ondersteunend gesprek aan met de groep van maximaal acht personen en in totaal van acht vaste bijeenkomsten.
Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor mensen die bewust willen stilstaan bij hun verdriet en een handreiking willen ervaren om hier met vernieuwde veerkracht mee om te gaan. Na aanmelding zal vooraf een individueel gesprek plaatsvinden met de begeleiders. Meer informatie en aanmelding kan via de website www.metgezelinzingeving.com of telefonisch bij Jan Daem (06/13416942).