Vervolg: De vingerwijzing

Er zijn mensen die bij het typen alleen de middenvinger van hun rechterhand gebruiken, terwijl de wijsvinger van hun rustende linkerhand naar het scherm wijst (een beetje zoals oude adel onbewust een pink in de lucht houdt). Ze behoren tot een ongelukkige generatie die geen dactylo in de vingers kreeg. Maar een uitroepteken plaatsen ze intussen wel. “Kijk, hier gaat het gebeuren”, vertelt hun linkerwijsvinger die hooguit een ingesleten gebaar illustreert en verder niets te vertellen heeft – want dat laatste doet de tekst op het scherm zelf wel, althans als het er een is die er toe doet.

Omdat ik toevallig zo’n mensen ken, besef ik dat de opgestoken wijsvinger slechts de komische protserigheid van het eigen persoontje verbeeldt. Zeker als hij iets aanwijst waarvan niemand zal betwisten dat het binnen het bereik (of binnen de verantwoordelijkheid) van de ‘verwijzer’ valt. Je kunt dus maar beter die wijsvinger achterwege laten. Hij voegt niets toe.Tenzij hij de choreograaf van een echte vingerwijzing mag zijn.

Wat is een vingerwijzing? Dat kan van alles zijn: een wenk, een tip, een waarschuwing, een vermaning, een raadgeving. Meestal iets dat er toe doet voor diegene die de vingerwijzing in dank aanvaardt.

Je kunt er de wijsvinger voor gebruiken. In dat geval wordt hij een echt uitroepteken. Hij wijst niets meer aan. Hij priemt in de hoogte, in de ijle ruimte waar het nooit zwart op wit geschreven staat wat er nu dient te gebeuren. De wijsvinger laat iets vermoeden van wat alle partijen te boven gaat: het onuitspreekbare, het ongehoorde.

Nooit eerder heb ik dat ongehoorde treffender vertaald gezien dan in een schilderij van de Nederlander Co Westerik. Het paneel heet Vingerwijzing’ en werd al te vaak verkeerdelijk geduid als de straffende vinger Gods. De vinger die Westerik schildert wijst vanuit een soort wolk omlaag. Daaronder staat het hoofd van een mensenkind afgebeeld, met daarin een nieuw mensenkind dat de armen spreidt alsof het de hele wereld wil omhelzen. De vinger zegt: “Sta op. Je bent vrij. Leef in de witte ruimte van waaruit ik vertrok om je broederlijk nabij te zijn.”

Die vinger is het teken van de goddelijke vermaning. Het spiegelbeeld daarvan – de vinger omhoog, maar ook niet dreigend – is de broederlijke vermaning. Een teken of een woord dat op een andere, even indringende manier getuigt van de liefde die alles te boven gaat. Tenminste, zo hoort het. Zonder liefde hou je liefst je vinger(s) thuis.

Met DANK voor de bijdrage aan: Dirk Hanssens osb Hoofdredacteur De Kovel.
Schrijver van meerdere boeken waarvan het laatste boek:
Uitgehoord! 21 kloosterjobs uit de doeken gedaan.