Vervolg : homilie Lucas 16, 1-13

Jezus geeft ons in het evangelie van vandaag een demonstratie van dit luisteren naar God in het leven, met het verhaal van een sluwe oneerlijke manager die zijn meester besteelt met valse documenten.

Op het eerste gezicht zou men erg geschokt kunnen zijn bij het idee dat Jezus ons zo’n oplichter als voorbeeld zou stellen. Maar dat doet hij juist niet : hij noemt die manager inderdaad “oikonomon tès adikias”, een “manager van onrecht” (v.8). Dus zeker niet doen wat hij doet ! De vraag die we ons zouden kunnen stellen bij dergelijk onheus gedrag is : ‘Wat zegt God tegen mij, als ik de frauduleuze bedrevenheid vaststel waarmee deze man profijt probeert te trekken ?’

Het antwoord zal ongetwijfeld zijn : steek ik er zelf evenveel energie in om God en de naaste lief te hebben, als deze oplichter om geld op te halen ? Jezus vindt het jammer dat we er daar niet genoeg deze conclusie uit trekken : “De kinderen van deze wereld gaan handiger te werk dan de kinderen van het licht” (v.8).

Zien wat er mis loopt zou ons, in het licht van God, moeten aanzetten om het recht te trekken door goed te doen. Zij die ‘licht’ geworden zijn door te luisteren naar het Woord van God, kunnen een voorbeeld nemen aan de zonen van deze wereld, die geen rekening houden met de spirituele dimensie van het menselijk bestaan ! De ware gelovige zou zich voor wat goed is, best inzetten met evenveel energie en doorzettingsvermogen als mensen die slinks handelen.

Jezus gaat in één ruk door : “Maak je vrienden met behulp van de “mamona tès adikias”: “met de mammon van de onrechtvaardigheid”, zegt hij.

Wat betekent precies deze “mammon” ? Dit woord van Semitische oorsprong is afwezig in de Hebreeuwse Bijbel, maar het zich verspreidt zich in de periode van het Nieuwe Testament. De etymologie ervan is onzeker, maar ze zou dezelfde kunnen zijn als ons woord “amen” : hetgeen waarop men kan rekenen, waarop men kan vertrouwen. En daar mensen vertrouwen op hun geld, is het woord ertoe gekomen om het goederenbezit aan te wijzen. Door de kritische houding van de vroegchristelijke stromingen ten opzichte van het geld, wordt de term in het Nieuwe Testament voortdurend in negatieve zin gebruikt. De term “mammon van ongerechtigheid” duidt het onrechtmatig aangeworven geld aan.

Jezus wil de leerlingen aantonen, hoe met geld om te gaan in het licht van het Koninkrijk. Zo de oneerlijke manager in staat geweest is om vrienden te maken met de goederen van deze wereld en zo zijn toekomst veilig te stellen, hoeveel te meer moeten de christenen hun eeuwige toekomst voorbereiden door het delen met de armen. Zo zullen de armen hen onthalen in de stad van God (Lc 14,13-14), waar ze thuis zijn volgens de Zaligsprekingen (Lc 6,20 v.).

Zich bekwaam tonen is dus het geld gebruiken als middel en niet als doel. Geld is bedrieglijk en misleidend, omdat het kan worden verafgood. In vergelijking met de goederen van het Koninkrijk die echt zijn en onvergankelijk (cf. Lc 12,33), is het geld een onveilige valuta, en van onbestendige aard. Het zal noodzakelijkerwijs wegvallen op de dag van onze dood. De heerschappij van het geld zal zo ten einde lopen … Wie het verafgoodt en er de slaaf van wordt, kan geen zoon zijn van het licht. Sinds God de wereld binnengebroken is, wordt de mens geplaatst voor een radicale keuze : door het gebruik dat hij maakt van de aardse goederen, moet de christen bewijzen dat hij aan God alleen toebehoort.

Br. Mark uit de trappisten abdij van Orval.