Vervolg homilie op Drievuldigheidszondag ( Zondag 27 mei 2018)

 

Inderdaad, hoe dichter je een persoon benadert, hoe meer je komt te staan voor het mysterie van zijn persoon. Het is te begrijpen dat er veel huwelijken stuk lopen in een maatschappij zonder geestelijke diepgang, omdat de partners er geen diepte, geen innerlijkheid meer hebben, geen geheimenis.  Na een paar maanden zijn ze uitgekeken op elkaar. Als de vrouw maar kan spreken over mode en de man over voetbal, dan wordt het gemeenschapsleven vrij vlug een vervelende oppervlakkige belevenis.  Liefde vraagt de openbaring van een mysterie die toelaat de verhouding uit te diepen.

Daarom stelt de liefde steeds de vraag : “Wie ben je ? Wat denk je ?” Als iemand mij vraagt : “Wie ben je ?”, dan kan ik daar eigenlijk geen redelijk antwoord op geven. Ik kan antwoorden : “Ik ben Marc”, maar daarmee weet die andere wel wat ik draag als naam, maar hij weet nog niet wie ik ben. Ik kan niet zeggen wie ik ben, ik kan alleen maar zeggen wat ik ben, wat ik doe, wat de weegschaal aangeeft als ik erop ga staan, wat ik doe als hobby, wat ik betaal aan belastingen. Wie iemand is, dat kan je alleen weten op intuïtieve manier in een verhouding waar die persoon zijn mysterie laat benaderen en in vertrouwen zijn innerlijkheid vrijgeeft. Alleen in de liefde kunnen wij, mits een voldoende tijd van verkering, echt weten wie iemand is.

Zo staat het ook met onze vraag : “Wie is God ?” Het antwoord kan alleen gegeven worden als God ons bemint, want dan zal Hij ons bij zijn mysterie willen  betrekken. Juist dat vieren wij vandaag. God bemint ons, Hij betrekt ons in zijn mysterie zodat onze intuïtie iets van Hem zal kunnen begrijpen. Op voorwaarde natuurlijk dat wij tijd nemen om met Hem een verhouding aan te gaan.  Om te weten wie God is, moet je ook met Hem verkeren, moet je tijd nemen om bij Hem te zijn en om naar Hem te luisteren.

Wat zegt God over zichzelf ? God zegt dat Hij Liefde is. Dat impliceert dat we alle namen die we geven aan God moeten betrekken tot de Liefde. God is niet almachtig : hij is de Liefde die almachtig is. Hij is niet rechtvaardig : hij is de Liefde die die rechtvaardig is. En daar er geen liefde is zonder gave van zichzelf, als we zeggen dat God almachtig is, wil dat betekenen dat God de macht heeft om te gaan tot het uiterste van de gaven van zichzelf. Als we zeggen dat hij rechtvaardig is, wil dat betekenen dat hij, zonder onderscheid, gelijk voor iedereen, tot het uiterste gaat van zijn liefde.

Liefde is geven en onthalen.  God geeft en ontvangt. Hij is gevende Bron aan de oorsprong van alles.  Geen onpersoonlijke bron, maar iemand die de bron is. God is persoon, maar niet op de manier waarop een mens persoon is. Het diepste van mijn menselijke persoonlijkheid, hetgeen juist wat mij eigen is, is niet mededeelbaar, en ik kan er mij niet van ontdoen. Bij God is zijn manier van “persoon” te zijn totaal anders. Het eigen van de goddelijke persoon is een totale mededeelbaarheid. Voor de Liefde, als Bron die zich totaal mededeelt, hebben wij geen betere naam dan “Vader”. God is natuurlijk noch mannelijk, noch vrouwelijk. Mar in de elementaire genetische relatie is het de man die geeft en de vrouw die ontvangt. ‘Vader” verwijst hier dus niet naar het geslacht, maar naar het vermogen van te geven. De Vader is totale gave : hij geeft alles wat hij is, hij houdt niets voor zich over.

De liefde beperkt zich echter niet tot het geven. Wie in de liefde alleen maar geeft, zonder iets te willen ontvangen van de andere, behandelt de andere als een bedelaar, hij stelt zich op in een meerderwaardigheidspositie die de liefde onmogelijk maakt. Liefde is dus evenzeer ontvangen als geven. De oneindig gevende Vader veronderstelt een oneindig onthaal van die gave. Ook dat onthaal is noch mannelijk, noch vrouwelijk, maar we noemen het “Zoon”, want wat er onthaalt wordt is gelijk aan de gave : wat de Vader geeft en de Zoon onthaalt, is een en hetzelfde goddelijk wezen.

Juist, God is geven, God is ontvangen. Maar God is evenzeer oneindige wederkerigheid van geven en ontvangen. Door Hem te ontvangen geeft de Zoon aan de Vader Vader te mogen zijn, terwijl de gevende Vader zijn Vaderschap betrekt van de ontvangende Zoon. Die wederkerigheid is Gods Geest van liefde. Zonder de Geest zou de Vader zichzelf beminnen in de Zoon, zonder de Geest zou de Zoon in de Vader het bezitten van zichzelf terugvinden. En zoals er geen bezit is in de liefde, is er geen bezit in God. De Vader bezit niet de Zoon, en de Zoon bezit de Vader niet : zij beminnen elkaar in de Geest.

Zo openbaart God ons zijn geheimenis in de Drievuldigheid, en dat geheimenis is eenvoudigweg het mysterie van de levende liefde. Er is in God een intens leven dat medegedeeld wordt, er is in God een wonder van geboorte, een wonder van paterniteit. God maakt zich kenbaar als intimiteit tussen Vader en Zoon, en als Geest die het eeuwige liefdesorkaan is tussen Vader en Zoon. Wij zullen dat mysterie nooit vermogen uit te putten, want God is liefde in oneindige evolutie.

En juist omdat God Drievuldigheid is, omdat Hij omgang is van liefde, omdat Hij die eeuwige muziek is die ontspringt uit een opwelling van weldadigheid, kan de godsdienst van Jezus in ons die serene muziek laten weerklinken. Wij leren er wie God is, en tevens wie wij zijn. Jezus komt ons inleiden in die hoogste kennis van onszelf die een geboorte is. Want om jezelf te kennen, moet je naar de Bron van je wezen, moet je in God geboren worden en moet je God in jezelf laten geboren worden. God zoeken met heel je hart omvormt je, geeft je een nieuw hart en een nieuw gezicht. Zoals Sint Bernardus het zegt : “Gods Gelaat zonder trekken vormt je trekken” (Facie informata formans).

Wij zijn uitgenodigd in te stappen in die intieme uitwisseling die Gods leven is, zodat wij zelf ook evenzeer edelmoedig gevend en hulpvaardig kunnen zijn, als hartelijk ontvankelijk voor de anderen kunnen openstaan. Het levensprogramma dat Jezus ons voorstelt is immers : “Weest barmhartig zoals uw hemelse Vader barmhartig is” (Lc 6, 36). Dat kunnen wij slechts door ons af te stemmen op Christus’ leven dat ons in deelneming gegeven is.

Broeder Marc Gallant van de abdij van Orval
(Geb: 17 dec. 1928 / Overl: 12 jan.2018)