Vervolg: homilie op Mattheüs 5, 17-37

Anders gezegd, de christen is niet iemand die zich laat verstikken of verminderen door geboden en verboden allerhande. De christen is iemand die uitgenodigd wordt om te groeien in de liefde van God en van de naaste. Jezus begint dus met afstand te nemen van de Farizeeën die de muggen uitziften en de kamelen inslikken (cf. Mt 23,24), die gezet op kleine praktijken,het wezenlijke vergeten : de liefde.

Maar opgepast : het is niet omdat de christen het wezenlijke als doel stelt dat hij veronachtzaamt wat niet het essentiële is. Als jij je tot het wezenlijke beperkt, dan loop je niet ver. Om te rijden, heeft een wagen koplampen en knipperlicht nodig ? Neen ! Wij doen ze eraf. Heeft hij motorkap, spatborden, schokbrekers of bumpers vandoen ? Neen ? Weg ermee ! En zo gaan wij verder om tot een wezenlijke wagen te komen.
Wat blijft er nog over ? Een chassis op vier wielen, een motorblok en een stuur. Met die essentiële wagen zal je niet ver rijden ! Het is hetgeen Jezus bedoelt.

Hij begint met een kapitteltje te openen over het geweld. Als je alleen maar niemand doodt, dan ga je niet ver in de christelijke liefde. Inderdaad, als ik van iemand zeg : “Wat een dwaas !” (v.22), wat doe ik dan ? Ik dood die persoon niet in zijn lichaam, maar ik dood hem in mijn achting en in de achting van wie mij horen spreken. Als ik zeg : “die stommerik, met hem spreek ik niet meer”, wat doe ik dan ? In mijn handel en wandel ruim ik hem uit de weg. Het is niet omdat je niemand vermoordt dat je een goed christen bent. Je kan iemand doodmoe maken, doodsbang, doodziek of doodongelukkig. Mensen kunnen worden doodgepest, doodgespot of dood geroddeld.

Jezus gaat de tegenovergestelde richting uit als hij zegt : “als je voor de deur van de kerk komt en daar schiet je te binnen dat jouw broeder iets tegen je heeft, ga je dan eerst met jouw broeder verzoenen, dat is prioritair. Kom daarna naar de mis”. Hebben jullie het bemerkt ? Jezus zegt niet : “als het je te binnen schiet dat jij iets tegen jouw broeder hebt”, maar wel : “als het je te binnen schiet dat jouw broeder iets tegen je heeft” (v.23). Jezus vraagt je het geweld te neutraliseren, te ontladen, vóór dat het glijdt naar het hart van jouw broeder. Jezus kent het hart van de mens. Nog vóór er een dodelijke uitbarsting komt, hebben het kwaad, de haat, het misprijzen, het hart van de mens verrot. Juist dat moet je voorkomen, bij jouw broeder zoals bij jezelf.

Daarna handelt Jezus over de verhouding tussen man en vrouw. Het volstaat niet van geen echtbreuk te plegen om een volwaardige christelijke liefde te beleven. De begerige blik gericht op een persoon van het ander geslacht kwetst reeds de fijngevoeligheid van de liefde (v.28). De oogopslag waar men de ander verlaagt tot erotisch voorwerp, verschilt radicaal van de blik van eerbied en bewondering. Jezus zet de scherpe schaar in onze T.V.- programmas die uitnodigen tot de begerige, inhalige blik, maar zo brengt Hij ons tot klaarheid met onszelf. Tevens helpt Hij ons te komen tot diepe eerbied voor de andere door te kappen met iedere manier van doen, in het Hebreeuws “de hand”, en met elke blik, in het Hebreeuws “het oog”, die de eerbiedige en fijnvoelende liefde tot de naaste zouden kunnen te kort doen.

Om te eindigen roert Jezus de kwestie aan van de waarheid : “uw ja moet ja zijn en uw neen, neen” (v.37) ! Jezus geeft uiterst moderne instructies. Wij zijn volop in het hedendaags probleem van de communicatie tussen personen. De menselijke verhoudingen worden van binnen uit bedorven door dubbelhartigheid, foefjes, valse schijn, vervalsing, list, leugen, opgeblazen publiciteit, desinformatie.

Liefde vergt waarheid in de betrekkingen tussen personen. Zo er geen waarheid is zonder liefde, dan is er ook geen liefde zonder waarheid. In een koppel is de liefde ziek, zodra men een of ander voor elkaar verbergt, zodra men elkaar niet meer alles kan zeggen, zelfs als men niet gelijk wat, gelijk wanneer en gelijk hoe moet zeggen. “Liefde en waarheid omhelzen elkaar” (Ps 84,11) in de harmonische opbouw van de persoonlijke relaties.

Eens temeer zien wij hier hoe Jezus geen negatieve moraal voorhoudt, gesteund op gebod en verbod. Integendeel, Hij nodigt ons uit te groeien in de liefde op ieder domein van ons wezen. Onthalen wij Hem dankbaar in de Eucharistie waar Hij ons zijn liefde geeft als pand tot die groei. 

Br. Mark uit de trappisten abdij van Orval.