Vervolg: Leert van Mij… een toegangspoort tot de contemplatie.

De wereld van God heeft een afmeting meer dan de onze. Veronderstel even dat er een insectje zou bestaan, een platte luis met maar twee afmetingen : de lengte en de breedte. Dat beestje zou zich geen hoogte kunnen inbeelden, ruimte zou voor hem ondenkbaar zijn. Het is voor ons ook uiterst moeilijk om ons die afmeting voor te stellen die God meer heeft dan wij. God is liefde en de afmeting van de liefde is de nederigheid, de zachtmoedige nederigheid.

Dat is een beetje moeilijk voor ons. Gefrustreerde nederigheid, ja, of kruiperige nederigheid, dat vind je nog, maar zachtmoedige nederigheid, dat is wat anders, die vind je maar in zuiver gehalte bij de liefde in zuiver gehalte. Bij het beschouwen van Jezus’ leven stelde Romano Guardini zich de vraag : “Wie moet God wel zijn, dat Hij zich zo een bestaan kan geven ?” Inderdaad, welke is de God die zich openbaart, kwetsbaar als een kind in een kribbe, hulpeloos als een jonge man genageld aan een kruis ?

Jezus zegt immers : Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien” (Jo 14,9, cfr 12,45). En er is geen andere God dan de Vader. Een God die zich zo kan wegcijferen is een God die almachtig is in kleinheid en nederigheid. Of anders gezegd, een God die almachtig is in liefde, want de almacht van de liefde is de vrijwillige onmacht tegenover de vrijheid van de beminde. Gods liefde is vrijwillig onmachtig willen tegenover de autonomie van zijn schepping.

Het evangelie ontwortelt onze denkbeelden over God, zo gewoon zijn we alles te bedenken in termen van macht. De macht bedreigt voortdurend de liefde. Als men ruzie maakt binnen een koppel ligt er altijd een machtsprobleem aan de basis. Als er spanningen zijn in een gemeenschap, of in de maatschappij, dan gaat het altijd om macht. Iemand beminnen is nooit of nimmer iemand in je macht willen hebben. Als je iemand echt bemint, dan voel jij je klein tegenover de beminde, vol bewondering, zonder enig meerderwaardigheidsgevoel. De wereld van Gods nederigheid kan dan voor je open gaan.

In zijn oneindige liefde voelt God zich oneindig nederig tegenover ons. Hij komt bij ons, dienend. Hij neemt de laatste plaats in, geboren in een stal, gestorven tussen twee boosdoeners. Zijn leven bewijst het ons: Jezus is eerlijk als Hij zegt dat Hij zachtmoedig is en nederig van hart. Bij zo iemand voelen wij ons rustig worden; onze lasten vallen van ons af. Hij hoeft nog niet eens te spreken. Hij luistert, hij is nederig.
Zo begrijpen wij ten volle Sint Benedictus: als hij een Regel schrijft voor monniken, voor mensen die met God willen leven, dan legt hij daar als fundament om in harmonie te leven met God: het luisteren en de nederigheid. Het zich voortdurend bewonderend openstellen voor God en voor zijn schepping is de toegangspoort tot de contemplatie. In de nederigheid ben je op dezelfde weg waar God op wandelt.

Denk nu maar niet dat je uitgesloten bent van die weg. Jezus nodigt ons allen uit : “Komt tot Mij, zegt Hij, gij allen die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en ik zal u rust en verlichting schenken”. Wanneer wij ons geborgen weten in God en met Hem verbonden, dan geneest ons hart, en in onze uitputting vinden wij bij Hem verkwikking. Wie eenmaal begrepen heeft hoe mateloos Gods liefde is, houdt op met zichzelf voortdurend slecht te maken en daarmee depressief te worden. God ziet graag dat wij onszelf gaarne zien, dat wij aanvaarden aanvaard te zijn door Hem die de Aanvaarding zelf is. Dan eerst kunnen we met een milde blik naar onszelf kijken, en uit onszelf met dezelfde milde blik opkijken naar de anderen.

Om ons te bevrijden van alles wat op ons weegt, te beginnen met onszelf, stelt Jezus voor dat wij zijn juk op onze schouders nemen. Zijn juk bestaat erin zachtmoedig van hart te zijn. De zachte moed laat toe voortdurend te herbeginnen met iemand, omdat we ook weten te herbeginnen met onszelf, welke ook de omstandigheden zijn waarmee wij geconfronteerd worden. De moed der zachtheid maakt dat je nooit agressief bent met de anderen omdat je weet dat geweld en macht nooit iets oplossen. Opdat iets zou bloeien moet je het eerst langzaam laten groeien. God maakte met zijn volk een omweg van veertig jaar naar het Beloofde Land. Wij worden zelf ook rustig als wij met zachte moed aanvaarden onszelf en de anderen rustig te laten groeien, ieder naar zijn eigenheid.

Elke nieuwe dag is ideaal om in die innerlijke rust te komen. Wij kunnen er weer eens leren leven in harmonie met God, met de natuur, met onszelf en met de mensen rondom ons. Wij zijn er ook gevoeliger voor de kwaliteit van de relaties, en omdat wij die kwaliteit ook van de anderen verwachten, riskeren wij ook sneller kregelig te reageren op de mensen die ons het meest nabij zijn. Onszelf aanvaarden laat ons dan toe excuus aan te bieden. Daarom is het nodig dat wij ons aansluiten bij Jezus’ zachtmoedigheid. Jezus heeft mensen kunnen dragen vanuit zijn gebed, vanuit zijn verbondenheid met de Vader.

Jezus’ gebed is tevens ons ankerpunt om tot de Vader te bidden. Elke nieuwe dag laat ons toe innerlijke extra tijd nemen om aan te knopen met Jezus, en met bewondering te kijken naar de vogels en de bloemen van Gods mooie natuur. Met al die mensen, voor wie Hij bereid is zijn leven te geven, zullen wij ook met sympathie kunnen omgaan. Dan ervaren wij diep in ons de woorden van Jezus : “Ik zal u rust en verlichting schenken, gij zult rust vinden voor uw zielen”.

 

Met oprechte DANK aan broeder Mark uit de abdij van Orval . Een bezinning uitgeschreven naar aanleiding van een perikoop uit Mattheüs 11, 25-30