Heb je al eens een berg beklommen ? Plots kom je aan een plek waar zich een wijds en wonderprachtig landschap voor u uitstrekt. Jij voelt een huiver over je komen, jij wordt overweldigd door Gods grootheid en je voelt je als uit jezelf getrokken – dat is de betekenis van het Griekse ‘ek-stasis’, – overmeesterd door het gevoel van Gods onmetelijkheid. Een diepe stilte maakt zich van je meester en in die huiverende ervaring ontvalt je alle neiging om te spreken. Er zijn ook zo weinig woorden om die belevenis te vertolken.
Wel, een soortgelijke ervaring, maar dan veel intenser, stond de vrouwen te wachten die Jezus’ graf binnengingen. Marcus noteert overigens die stiltereactie van de vrouwen met een zekere ironie. In zijn evangelie verbiedt Jezus voortdurend over Hem te spreken. En telkens weer houdt men daar geen rekening mee. Het is zo gemakkelijk over God te spreken als men daarmee zichzelf in het voetlicht kan plaatsen ! Maar nu er gevraagd wordt om te spreken, vlucht men ijlings weg in stilzwijgen ! Het is immers zo dat wie God ontmoet, terechtkomt in een wereld van stilte. Alle woorden ontsnappen je om te spreken over een echte godservaring. Liever zou je nog in de grond verzinken dan het onzegbare met woorden te verkrachten.
Plots geconfronteerd te worden met Jezus’ verrijzenis was voor die vrouwen een dubbele schok. Gans hun wezen was in hoogspanning ingesteld op de rouwverwerking van Jezus’ onverwachte onrechtvaardige gruwelijke dood. Ze hadden Hem zien lijden en sterven, zij hadden toegezien waar Hij begraven werd, ze hadden zich balsem aangeschaft, ze zijn zo vroeg mogelijk naar het graf getogen met de kwellende vraag hoe ze die zware steen van de ingang zouden wegkrijgen om toch maar bij de geliefde Meester te komen, en onverhoeds staan ze voor een realiteit die niet alleen het dynamisme van hun inzet op nul zet, maar ze botsen op Gods meest radikale ingrijpen in de mensengeschiedenis. Wie zou bij dergelijke schok niet op de loop gaan ?
Jezus was als een mysterievol iemand overgekomen, en zoals voor iedereen zal het ook voor die vrouwen telkens weer een gissen geweest zijn naar zijn identiteit. Halfweg het Marcusevangelie heeft Petrus Hem weliswaar erkend als de Messias, en de Romeinse honderdman heeft bij Jezus’ dood uitgeroepen : “Waarlijk, deze mens was Zoon van God”. Maar nu, hier in het graf, worden de vrouwen overvallen door de overweldigende waarheid die haar slaat met huiver en extase : drie jaar lang hebben zij ongeweten vertoefd in tegenwoordigheid van Gods Zoon. Dat de driemaal heilige onzichtbare God haar zichtbaar zo nabij geworden was, wordt opeens duidelijk nu Hij terug opgenomen is in de onzichtbaarheid van God. Zijn doordringende onzichtbare tegenwoordigheid slaat haar met huiver en overvleugelend stilzwijgen in de vreze Gods, die ‘vrees’ die in de bijbel de betekenis heeft van ‘eerbiedige liefde’. Op dit stilzwijgen van de vrouwen sluit Marcus zijn evangelie af. De enkele lijnen die nog volgen werden in een andere stijl door zijn leerlingen aan zijn boodschap toegevoegd.
Als Marcus zijn evangelie afsluit op die overweldiging die uitgaat van Jezus’ verrijzenis, dan wil hij ons duidelijk maken welke onze houding mag zijn tegenover dat mysterie. Als laatste woord krijgen we van Marcus de uitnodiging mee Jezus te ontmoeten : “Gaat naar Galilea, daar zult gij Jezus vinden.” En waar vinden we bij Marcus Jezus in Galilea ? In het hoofdstuk één. Ons is opgedragen opnieuw zijn evangelie vanaf het begin te hernemen, maar nu in gezelschap van de verrezen Jezus. Iedere bladzijde van Marcus krijgt nu een nieuwe betekenis. De blinde die door de verrezen Jezus de ogen terugkrijgt, dat ben ikzelf met mijn blinde ongeloof, de dove die Gods Woord niet kan horen, dat ben ik evenzo die van Jezus genezing mag krijgen. Marcus leert ons, doorheen gans zijn evangelie, te leven met de Verrezen Jezus.
De boodschap van Jezus’ verrijzenis die wij door te geven hebben, zal dus ontspruiten uit de stilte die er komt in ons hart als wij leven, dag na dag, met de verrezen Jezus. In die stilte bloeit de vreugde open ons te weten in de zo dichtbije tegenwoordigheid van Hem die voor ons gegaan is tot het uiterste van de liefde.
Onze boodschap, de aanstekelijke boodschap van Jezus’ verrijzenis is onze vreugde.
Verheugt u, Christus is verrezen !
Broeder Marc Gallant van de abdij van Orval ( Geb: 17 dec.1928 / Overl: 12 jan.2018)