De oude evangeliehandschriften bieden hier een dubbele versie. De meeste hebben de “gemakkelijke” lezing : “Innerlijk bewogen (Grieks : splanchnistheis) raakte Jezus hem aan”. Men zal ook wel vertalen : ”Door medelijden bewogen raakte Jezus hem aan”, en dat strookt met het algemeen aanvaard beeld van de medelijdende Jezus. De codex Bezae (380 tot ten laatste 420) en andere manuscripten vertonen echter een “moeilijke” lezing : “Vertoornd (Grieks : orgistheis) raakte Jezus hem aan”. Deze versie komt beter overeen met de samenhang van het verhaal dat vervolgt : ”Hem toesnauwend (Grieks : embrimesamenos) joeg Hij hem onmiddellijk weg (Grieks : euthus exebalen)”. Wie door medelijden bewogen is, zal niet iemand toesnauwen en wegjagen. Wij stellen ons de vraag waarom Jezus vertoornd kon zijn ?
Jezus weet wat er in de mens is (Joh. 2, 25) en hier heeft Hij te doen met iemand die niet wil gehoorzamen of luisteren. Hij is vertoornd omdat de melaatse de Wet niet nakomt. Toch ontzegt Jezus de overtreder zijn barmhartigheid niet, maar Hij omkleedt ze met een pedagogische harde aanpak. Bars geneest Hij de melaatse en jaagt hem onmiddellijk weg terwijl Hij hem met harde stem zegt dat hij moet zwijgen, de Wet van Mozes moet naleven en doen voor zijn genezing wat volgens de Wet voorschreven is door zich aan de priesters te vertonen.
Heeft Jezus juist gezien ? Het vervolg van het verhaal toont aan dat die man evenmin naar Jezus luistert als Hij hem vraagt het zwijgen te bewaren over zijn genezing. Het ligt er dik op : geestelijk melaats is wie niet luisteren wil naar Gods Woord. Niet luisteren is zich opsluiten in zichzelf en dat is een onreinheid die niet alleen afsluit van God, maar ook Gods heilsplan belemmert. Eerst moet je luisteren naar het Woord. Het Woord zal je hart zuiveren als je het er laat wonen. Dan eerst ben je in staat het Woord vanuit je hart te verkondigen. Jezus heeft de ingesteldheid van die man doorzien en Hij jaagt hem weg. Al wie Hij zendt om te verkondigen, roept Hij in de eerste plaats om “met Hem te zijn” (Marc. 3, 14) om te leven met Hem die Gods levend Woord is. Men zendt niet zichzelf als apostel. Door zijn nieuwe overtreding en zijn verkondiging zonder zending verhindert die genezene Jezus nog in de stad te komen.
Er is een andere overtreding. Jezus raakt een melaatse aan, een onreine, en dat mag niet, want dan wordt je zelf cultisch onrein en je mag niet meer met het heilige in contact komen. Jezus zal weldra uitgebreid de reinheidsleer van zijn Nieuw Verbond uiteenzetten : “Niet wat van buiten de mens komt, maakt hem onrein, maar wat uit zijn hart komt” (Marc. 7, 18 – 23). Je hart kan niet onrein blijven als Gods Woord er woont. In zijn aanraking met de melaatse wordt niet Jezus onrein, maar wordt de melaatse gereinigd. Jezus is werkelijk “de heilige Gods” die de onreinheid teniet doet, het Woord dat de zonden vergeeft (Marc. 2, 7-11). In zijn contact worden we genezen, zelfs als wij in overtreding zijn : zijn barmhartigheid is altijd groter dan onze overtreding.
Broeder Marc Gallant ( Geb: 17 dec.1928 / Overl: 12 jan.2018)