Voor mij is het uitgesloten om met betrekking tot het gebed te spreken over “winnaars” en “strijders”. Christus vroeg ons bereid te zijn om de laatste plaats in te nemen; voor mij is het niet zozeer een kwestie van bereidheid daartoe als wel te erkennen dat ik gewoonlijk schitter door afwezigheid. Ik ben geen gebedskrijger of wat voor krijger ook. Ik ben van het doorsnee type met mijn gebreken, die bang is om niet geliefd te zijn, bang om alleen te sterven en ik ben omringd door mensen die nooit doen wat ik wil. En die ook echt graag aardig wil zijn en wil bijdragen – en zelfs wil dienen.
Bidden is als schrijven. We doen het of we doen het niet. Erover praten, er boeken over lezen, er met andere mensen over praten die het wel doen, is niet hetzelfde als schrijven – is niet hetzelfde als bidden.
Het is duidelijk dat we niet met andere dingen bezig kunnen zijn terwijl we bidden. Het spreekt voor zich dat we de tv uitzetten, de laptop links laten liggen en de telefoon uitschakelen. Ik vind het prettig om een kaars en een wierookstokje aan te steken – een klein ritueel om aan te geven dat ik op het punt sta om gewijde tijd en ruimte in te gaan. Ik woon in een klein appartement waarin mijn gewijde ruimte mijn favoriete stoel is. Jij zult je eigen gewijde ruimte vinden.
De beste manier die ik ken, is gewoon te gaan zitten en te praten met God. Jezelf open te stellen of te doen wat prettig voelt, of dringend, of natuurlijk in de zin dat je je er niet van kan weerhouden ook al zou je dat willen.
Liefde is nu eenmaal zo.
Heather King
